Nogmaals de Whimbrel
Rinus van Es
Een aanvuling op het arikel over de Whimbrel
onder de titel De zee geeft en de zee
neemt door Iris Laboyrie in Den Spiegel
van januari 2004.
Redding opvarenden de Whimbrel
Het gebeurde 2 februari 1926. Op de rede
van Vlissingen hing een dikke mist. Vanaf
de boulevard waren de mistseinen te horen
van de uit de Wielingen komende Engelse
Whimbrel en van het Engelse passagier
schip ss Marloch, dat van Antwerpen afva
rend was. De Marloch had een BRT van
10.687 en behoorde toe aan de Allan Line
Steamship Co. Lmt.
Even na acht uur 's avonds werd aan de
wal een harde klap gehoord. Schipper
H.D. Streefkerk en zijn mannen holden naar
de motor (Nederlandse redeboot) en sta
ken om 20.10 uur van wal; de Belgische
redeboot volgde meteen daarna. Het was
eb en beide boten voeren weg in zuid-zuid-
westelijke richting.
Een van de opvarenden vertelt wat volgde:
"We stonden met z'n drieën voorop en
keken scherp uit. Plotseling... een licht
recht vooruit... daarna nog meer, wel hon
derden... het was het ss Marloch. We
naderden snel, gevolgd door de Belg. Toen
we aan bakboord langszij kwamen, riep
men ons toe: 'Er is een schip gezonken.'
We stoomden met volle kracht voor de
Marloch over, die nog vaart liep om het gat
dicht te houden. We riepen de Belg toe ons
te volgen. Wat we toen aanschouwden was
verschrikkelijk. Het achterschip van de
Whimbrel was reeds vol water en het voor
schip stak als een rots omhoog. In de kille
verlichting zagen we hoe een aantal men
sen boven in de mast van het zinkende
schip was geklommen, om te trachten op
deze manier aan boord van de Marloch te
geraken. Aan de andere kant stegen uit de
donkere massa hartverscheurende kreten
op. We naderden het hulpgeroep, maar
konden niets onderscheiden.
Hoog en voor ons gevaarlijk dichtbij stak
de top van het schip uit de golven omhoog.
Geen van de boten durfde het gevaarte te
naderen. Het zinkende schip was inmiddels
losgewerkt van de Marloch en dreef er zin
kende vandaan. We voeren in de richting
De Whimbrel na
aanvaring
(Foto Dert)
Juli 2004