Bengels waren we Rondom het Havendorp was Festung Vlissingen nog volop aanwezig in de vorm van bunkers met alle geheimen van donkere gangen en geheimzinnige kamers, kraters vol water met salamanders en kikkervisjes, ook met bomscherven en munitieresten. De bunkers waren prachtig voor fantasie rijke exploraties, voor het aloude verstop pertje en voor stoute spelletjes. Wij waren altijd op zoek naar die dode Duitser, die ons beroemd zou maken, maar die we natuur lijk nooit vonden. We ontdekten geen lijken, maar wel volop leven in de resten van de Atlantikwall en dat was ook spannend. De bunkers bleken vaak het gebied te zijn waar stelletjes, jong en oud, dingen deden, die voor ons nog duister waren. Maar het prik kelde onze avontuurlijke geest en we fanta seerden lustig hoe het er daar aan toe ging. Bengels waren we. We beslopen hen en gooiden steentjes en kwamen altijd goed weg, omdat de foeterende slachtoffers eerst hun kleren moesten dichtknopen. Totdat één, zonder schaamte, het in zijn hoofd haalde om in zijn blootje de achtervolging in te zetten. De twintigjarige kreeg één van ons te pakken en die heeft daarna dagen lang niet kunnen zitten. Het besluipen hiel den we toen maar voor gezien. Dat kwam ook omdat we inmiddels de han del ontdekt hadden. Rond de Buitenhaven viel nog volop te schatgraven. Vooral de koperen hulzen leverden aardig wat op bij de lompen- en metalenkoopman. Met een unster woog hij voor ons onzichtbaar en mompelde een bedrag. Later begreep ik dat hij ons beduvelde. Maar elke opbrengst was pure winst en het geld kon besteed worden aan een puntzakje frites, een nieuwigheid in de eetcultuur en aan een stiekem sigaretje op de favoriete hangplek bij cafetaria De Boei. Met munitie kon letterlijk met vuur ge speeld worden. We stookten een fikkie bij een bunker, gooiden de kogels erin, doken snel weg in de bunker en telden nauw keurig het aantal knallen voordat we weer tevoorschijn kwamen. Of we vulden een oude sleutel met los kruit, een spijker diende als afsluitstop op die sleutel. Een touwtje, dat sleutel en spijker verbond, was ook de handgreep om dat 'speeltuig' tegen een muur te slingeren. Het resultaat was een prachtknal, waarbij de sleutel het soms be gaf. Later zag ik jongens hetzelfde proberen met luciferkoppen in plaats van echt kruit, maar dat gaf lang niet het effect als in onze tijd. Gevaarlijk? Niemand die er aan dacht. Toch zijn er wel ongelukken gebeurd door die stoute spelletjes. Zo'n groene van de Stoomtram Walcheren Natuurlijk kon er niet de hele dag gespeeld worden. We moesten ook naar school. Het Havendorp had een bushalte, bij het multi functionele centrum De Zonnebloem. Een éénuursverbinding met de stad Vlissingen werd 's morgens en 's middags aangevuld met een schoolbus, zo'n groene van de Stoomtram Walcheren. De 20 cent voor een rit naar de stad werd door de Haven dorpers ervaren als veel en onrechtvaardig omdat je vanaf Souburg voor 15 cent naar Vlissingen kon. De schoolbus was echter gratis en reed via station, Keersluisbrug, haltes in de Paul Krugerstraat, Betje Wolff- plein en Bellamypark naar de verschillende Vlissingse scholen. In de schoolbus ging het er niet altijd rustig aan toe. Toch had de bestuurder er aardig de wind onder, want desnoods liet hij er één lopen vanaf het sta tion naar school of huis. Hij had bovendien een feeling om de grootste deugniet er uit te pikken. In het weekend liepen we gezellig samen naar de stad. Vanaf de spoorwegovergang bij 'wachthuusje 66' staken we schuin over een nog woest en ledig terrein en kwamen bij de Keersluisbrug uit. Vandaar gingen we via de Koningsweg en Aagje Dekenstraat, langs de Koena melkfabriek en de Schelde- gebouwen naar Vlissingen. Een eind komt er aan alles, ook aan het avontuurlijke leven rondom het Havendorp. Ons 'grachtenpand' in Vlissingen was eind 1947 hersteld, zodat we naar Schuitvaart- gracht 243 verhuisden. De middelbare school bracht nieuwe vrienden en avon turen. Het bekende stap-rondje in de 10 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2004 | | pagina 12