nam de eerste sectie van het MG een aan
tal maatregelen. Deze bestonden uit:
- Een pasjessyseem
Een pasjessysteem waarmee men toegang
kon krijgen tot een bepaalde locatie in de
stad.
Zonder pasje mocht je er niet zijn en met
pasje alleen onder de voorwaarden die er in
genoemd werden.
De voorwaarden waren streng en werden
als zodanig ook gehandhaafd. De zoge
naamde Binnenlandse Strijdkrachten (BS)
werden hiermee belast.
- Naleving pasjessysteem
Je mocht alleen op in de pas genoemde tij
den en dagen in het gebied verkeren. Werd
je buiten deze tijden aangehouden dan
moest je het pasje afgeven aan de BS'er en
je kreeg geen nieuw meer van het MG.
- Controle op jutten
In het begin na de bevrijding spoelde er
veel voedsel aan uit de geallieerde koop
vaardijschepen die getorpedeerd waren in
de monding van de rivier de Schelde. Dit
voedsel was verpakt in min of meer water
dichte zakken of blikken en zat dik onder
de stookolie. Meel in zakken, boter, ei- en
melkpoeder, evenals complete maaltijden
in blik.
In de zakken meel was aan de binnenzijde
door het zeewater een harde korst ge
vormd. Sneed je die door en dus open, dan
was er een heel goede witte meelvoorraad
beschikbaar.
De eerste dagen werd er veel gejut.
Het MG maakte er tezamen met de politie
en de tijdelijk aangestelde gemeente
bestuurders een eind aan. De laatstge
noemden waren aangesteld, nadat het NSB-
bestuur overhaast gevlucht was.
Deze bestuurders, o.a. de heer L.P. van
Oorschot (waarnemend burgemeester) en
de heer W. Poppe (wethouder) waren men
sen met groot gezag die hun verdiensten
bewezen hadden in het verzet.
Burgemeester C.A. van Woelderen was in
de oorlog gegijzeld en kon nog niet terug
keren daar hij in Holland gevangen zat.
- Munitie
Een ander euvel was de vele munitie die
overal in de binnenstad rondslingerde. Dat
waren handgranaten, fosforgranaten en niet
ontplofte granaten van de artillerie en het
scheepsgeschut.
Vooral het Bellamypark (in de vooroorlog
se toestand) lag bezaaid met dergelijk spul.
Er zijn bij kinderen nogal wat brandwonden
veroorzaakt omdat het zo 'leuk was en
spannend' om bijvoorbeeld een fosfor-
granaat met een spijker en een hamer tot
ontploffing te brengen. Het fosfor ont
brandde dan en tengevolge hiervan werden
de armen en benen maar ook vaak het
gelaat zwaar beschadigd. Eén van de
ergste dingen was dat het fosfor in de huid
bleef branden. De kinderen die dat troffen,
moesten zware operaties ondergaan en een
deel stierf aan de gevolgen. Om hier een
eind aan te maken, werd snel door Engelse
en Schotse militairen de rommel opgeruimd
en tot ontploffing gebracht.
- Padvinderij
Om de jongelui van de straat te houden en
ze mee te laten helpen aan het herstel,
werd hopman C.S. Luitwieler van de pad
vinderij gevraagd weer met deze activiteit
te beginnen. Hij kreeg materialen toegewe
zen om te zorgen dat de verenigingsgebou
wen provisorisch dichtgemaakt konden
worden. Na twee weken waren er 220
jongens ondergebracht, terwijl de meisjes
weer aan de activiteiten van de padvind-
sters deelnamen.
- Puinruimen
Via het MG werd verder gezorgd dat het
puin uit de straten verdween en dat gevaar
lijke situaties uit de weg werden geruimd.
Daartoe werden grote geallieerde bull
dozers ingezet. Deze stortten het puin op de
Grote Markt tegen de Boulevardzijde. Daar
ontstond een enorme berg.
- Medische zorg
De gezondheidstoestand van de burgers
werd door de aanwezige artsen gecontro
leerd. Medicijnen werden door het MG aan
de apotheken Engering en Van de Sande
Oktober 2004
19