11 meter, duikdiepte circa 20 meter, ac tieradius gelijk aan de Biber. Gebouwd: 363 stuks. - de Neger/Marder. De Neger was eigenlijk een torpedovormige bemande drager voor één elektrische torpedo. De Marder was een verbeterde versie. Gebouwd: 363 stuks. - de Hecht. Dit was een tweemansduik boot, uitgerust met één torpedo onderaan het vaartuig, dat tot grote problemen leidde. Lengte circa 12 meter. Gebouwd: 53 stuks. Is in de praktijk alleen gebruikt als trainingsboot voor de Seehund. - de Seehund. Een tweemansduikboot uit gerust met twee torpedo's. Actieradius 300 tot 500 zeemijl. Duikdiepte tot 60 meter. Voortstuwing, diesel/elektrisch. Lengte circa 12 meter. Gebouwd: 285 stuks. Meest succesvolle type dwerg onderzeeboot. - de Linse. Een snelle motorboot van on geveer 6 meter, snelheid circa 33 mijl, explosieve lading 300 kg. Hiervan zijn meerdere soorten gebouwd. De opzet was om met de boot naar een doel te va ren, waarna de bestuurder door een volg boot werd opgepikt en de lading tegen het doel explodeerde. Gebouwd: circa 500 stuks. De Duitse strategie aan de Scheldemond Om de vrije vaart van en naar Antwerpen zoveel mogelijk te hinderen bedachten de Duitsers de volgende strategieën: - het leggen van een nieuw type zeemijn met tijdontstekers door snelle kleine bo ten en vliegtuigen. - torpedoacties. - het inzetten van oppervlaktescheepjes van het type Linse en één- of tweemans onderzeebootjes van het type Biber, Molch of Seehund. De Kriegsmarine hield er rekening mee, dat de slechte weersomstandigheden in de herfst en winter van 1944-1945 de inzet van deze eenheden zou beperken. Later bleek dat deze vermoedens juist waren. De Duitse Schnellboote voerden in het na jaar van 1944 vanuit IJmuiden met wisse lend succes aanvallen uit met torpedo's en mijnenlegoperaties in het Scheldegebied en aan de Britse kust. Medio december 1944 verordonneerde het Duitse opperbevel dat de S-Boote alleen nog maar hun torpedowapen mochten ge bruiken in Thames-Schelde konvooiroute. Het leggen van zeemijnen werd verboden omdat deze gevaar konden opleveren voor het nieuwe wapen: het Kleinkampfmittel. Begin december gingen de eerste eenheden over de weg en per spoor richting 'Vesting Holland' voor inzet tegen het Schelde- verkeer. Als basis werd gekozen voor Poorters haven, een insteekhaven bij Maassluis aan de Nieuwe Waterweg. Verder vormde men Hellevoetluis om tot basis. IJmuiden kreeg als taak, naast Schnellbootstation, de See hund te herbergen. Kerstoffensief aan de Scheldemond Op 19 december 1944 waren de eerste acties met de Biber tegen de scheepvaart op de Westerschelde gepland. Door het slechte weer gingen deze aanvallen niet door. Nadat nog een keer een actie was uit gesteld gingen uiteindelijk in de nacht van 22 op 23 december acht Biber vanuit Poor tershaven naar zee. De volgende nacht vertrokken er opnieuw negen en tijdens de Kerstdagen nog eens tien. In totaal waren er tegen eind december zevenentwintig Biber met samen twintig zeemijnen en vierendertig torpedo's uitge- Een Seehund, opgesteld bij de Nederlandse onderzee dienst in de Waalhaven te Rotterdam. (Foto BMH, collectie Cor Heijkoop) 4 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2004 | | pagina 6