Op 27 december om 08.00 uur moest de Duitse marineleiding constateren dat er nog niet één op haar basis was teruggekeerd. Wel zorgde de inzet van de bootjes voor veel verwarring bij de geallieerden en dit noopte hen tot verregaande waakzaam heid. Resumerend was er in die decembermaand slechts één daadwerkelijk succes, namelijk het verloren gaan van het vrachtschip Alan A. Dale. Dit schip werd getorpedeerd door Biber 55 van Bootsmaat Rudolf Schulz, die na de aanval het strijdtoneel verliet en later uitgeput ter hoogte van Westkapelle met zijn Biber strandde. Een dag later vond een patrouille van de Binnenlande Strijdkrach ten (BS) hem in een loopgraaf ter hoogte van de radarpost Erika en droeg hem over aan de Britse autoriteiten. Zijn bootje met nummer 55 op de toren kon dezelfde dag drijvend voor Westkapelle gelokaliseerd worden, maar zonk voordat de Royal Navy ter plaatse was. Na een torpedo-ongeval in Hellevoetsluis was deze basis onbruikbaar geworden, maar Een Biberfahrer, zie zijn armbandkompas en de tauchretter, klimt in zijn toren. Hellevoetsluis, december 1944. (Fotocollectie Cor Heijkoop) Poortershaven en later Burgsluis bleven actief. Begin 1945 voeren nog regelmatig Biber en Molche uit, opvallende successen bleven weg. Zoals eerder aangegeven was ook de haven stad iJmuiden in het najaar van 1944 ge reed gemaakt om als basis te dienen voor de tweemans onderzeeboot type Seehund. Opmerkelijk zijn de berichten uit die periode van het verzet aan Londen. Men zag allerlei vreemde transporten zowel over de weg als over het spoor richting IJmuiden gaan. Tegelijkertijd nam men ook V-wapens waar, die evenals de duikbootjes onder zeildoe ken werden getransporteerd. De waarnemingen van het verzet, die be waard zijn gebleven, geven een goed beeld van de min of meer chaotische en gevaar lijke periode aan het eind van de oorlog. Bij de zogemaande 'kleine sluis' werden omstreeks Kerstmis 1944 achttien See- hunde gereed gemaakt om uit te varen, door het aanhoudende slechte weer werd de inzet uitgesteld tot de jaarwisseling. Op nieuwjaarsdag 1945 vertrokken dan einde lijk uit IJmuiden, onder de codenaam 'Ope ratie Debuut', achttien schepen van het type Seehund naar zee. Het doel was de geallieerde scheepvaart ter hoogte van Oostende aan te vallen. De operatie werd geen succes en eindigde voor de Duitse marine in een tragedie. Slechts twee bootjes keerden terug en an dere gingen verloren. Het grootste deel van de bemanning kwam om of raakte in ge vangenschap. Ook op Walcheren werd men met deze ac tie geconfronteerd. Ten zuiden van de Hooge Hil bij Domburg strandde in de namiddag van 2 januari een Seehund (CJ 5327). De bemanning, Hans-Werner Anderson en Alfred Haidacher, ging over het strand en in de duinen op verkenning uit. Zij verzuim den echter, in tegenstelling tot de instruc ties, hun boot op te blazen, omdat ze twij felden of ze in eigen of vijandelijk gebied waren. Na wat omzwervingen belandden zij op het hof Duinwijk van de familie Van der Meule. Oktober 2004 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2004 | | pagina 7