klein en flets van kleur waren. De eerste se
ries schoolplaten waren zelfs te klein om in
het klaslokaal op te hangen en dienden van
dichtbij bekeken te worden. Ondanks het
feit dat de Buitenhaven te Vlissingen qua
stijl wat vlak aandoet, geven met name de
afgebeelde stoomschepen een treffend
tijdsbeeld weer. In het midden is een zoge
naamd raderschip te zien. De eerste stoom
schepen waren met raderen uitgerust. Na
de uitvinding van de schroef in 1836, waar
door schepen zich sneller konden voort
bewegen, verdwenen de raderschepen
geleidelijk uit de vaart. De Vlissingse
scheepswerf De Schelde bouwde aan het
einde van de negentiende eeuw nog enkele
raderschepen, onder andere om dienst te
doen als veerboot. Rechts op de plaat staat
een klein oorlogsschip afgebeeld. Geschuts
koepels werden bij de Nederlandse marine
aan het einde van de jaren zestig van de
negentiende eeuw ingevoerd. Het schip
heeft naast stoomaandrijving ook nog
zeilen, die in nood voor de voortstuwing
konden zorgen. De eerste stoommachines
waren immers nog betrekkelijk onbetrouw
baar en bovendien hadden schepen uit die
tijd vaak slechts een kleine kolenvoorraad
aan boord. De afgebeelde schepen zijn niet
te identificeren, maar het is wel mogelijk
dat de illustrator zijn fantasie heeft laten
spreken. Geheel links is een gebouw van het
Vlissingse stationscomplex te zien, achter
het oorlogsschip is de molen van Ritthem
te herkennen.
Vanaf 1881 verscheen een nieuwe serie
aardrijkskundige schoolplaten, getiteld
Nederland in woord en beeld, bij de beken
de Groningse uitgeverij Wolters. De serie,
die in de loop van de tijd steeds verder
werd uitgebreid, kende in eerste instantie
twee Zeeuwse schoolplaten. De Oester
putten in Yerseke door B. Buenick en
Gezicht op Walcheren en den West-kappel-
schen-Zeedijk door een onbekende schilder
uit de zomer van 1921
8
Den Spiegel