li ijuvu, ^iiuuuum mu Vive la Plume: Vlissingse schoonschrijvers c Ad Tram per 'Wie schrijft die blijft', was zeker in de zeventiende en achttiende eeuw geen loze kreet. De grootste geleerde die ons land ooit rijk was, Christiaan Huygens, meende zelfs, dat wie het schrijven goed beheerste, verzekerd was van brood op de plank. Zoon Constantijn, bekend schrijver en dichter, kreeg het dan ook door zijn vader met de paplepel ingegoten. Nu ging het hier niet om het schrijven van een eenvoudig briefje maar om de schrijfkunst, de kalligrafie. Deze werd onderwezen op de Latijnse en vooral de Franse school. Het Gemeentearchief Vlissingen is in het bezit van een aantal voorbeelden van schoon- schrijverij. Hoog tijd dat deze, tot nu toe enigszins verborgen meesterwerkjes, eens voor het voetlicht treden. De Franse schoolmeester David Roelands Een schoonschrijver van hoog niveau was schoolmeester David Roelands. Deze in 1572 te Antwerpen geboren Zuidelijke Nederlander kwam via Goes in Vlissingen terecht. Samen met zijn vrouw Cornelia van Nieulandts was hij in januari 1612 met at testatie van de Nederduits gereformeerde gemeente van Goes naar Vlissingen geko men. Woonde 'in 't slop nae de Vismarct', gelegen aan de oostzijde van de Achter haven en diende als schoolmeester de Franse school. Zijn neef en leerling Philips woonde bij hem in. Deze was voorzanger in de Waalse gemeente. Het meesterwerk van meester David betrof het in 1617 uitgegeven Magazijn der pen- neconstvoluit: -4^/V-II H'd" li-» weit m( v-v^-CL fOvii ,.i I irA! v'-n MiX-St- q nccCi fv1- Vt~ Ol VJÏ I 12 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2005 | | pagina 14