Drie Vlissingse schoolplaten Tobias van Gent Schoolplaten waren 100 jaar geleden een onmisbaar hulpmiddel in de lessen op school. In de tijd dat audiovisuele hulpmiddelen of buiten landse vakanties nog geen gemeengoed waren, was het de enige manier waarop vanuit het klaslokaal excursies gemaakt konden worden naar verre oorden of naar roemruchte episodes uit het verleden. In feite waren schoolplaten de rechtstreekse voorloper van schooltelevisie of computeronderwijs. De laatste tijd maken schoolplaten een opmerkelijke comeback, niet zozeer in schoollokalen maar in huiskamers. Sentimentele overwegingen spelen hierin een grote rol. Schoolplaten roepen immers herinne ringen uit de eigen schooltijd op. Maar daarnaast worden schoolplaten in toenemende mate gewaardeerd omdat ze vaak uit artistiek oogpunt heel bijzonder zijn. De schoolplaten werden met name gebruikt voor de lessen in biologie, godsdienst, geschiedenis en aardrijkskunde. In dit artikel worden de drie topografische schoolplaten die over Vlissingen zijn gemaakt beschre ven. Tezamen geven ze een aardig beeld van de ontwikkeling van de 'schoolplaten- kunst' tussen 1870 en 1940. Door de Wet op het Lager Onderwijs uit 1857 werd aardrijkskunde een verplicht vak op de scholen. Wandkaarten met daar op de plattegrond van wereld(delen), Nederland of de provincies, maakten hier door omstreeks 1875 hun intrede in het onderwijs. Tegenwoordig zijn dit de enige schoolplaten die nog steeds gefabriceerd worden. Behalve de kaarten met platte gronden werden bij de lessen aardrijks kunde ook schoolplaten gebruikt met af beeldingen van Nederlandse steden, plaatsen of landschappen waar de meeste kinderen waarschijnlijk nooit zouden komen. Zo wa ren er bijvoorbeeld platen over Nederlands- Indië, de hunebedden of de Veluwe. Het aantrekkelijke van de topografische platen is dat zij meestal nog van voor de oorlog stammen en inmiddels een historische waarde hebben gekregen. In 1879 kwam de eerste serie 'Aardrijks kundige aanschouwingsplaten' op de markt. Deze serie was hoogstwaarschijnlijk samen gesteld door de toen inmiddels overleden Hendrik Jan van Lummel (1815-1877). De voormalige christelijke hoofdonderwijzer van een Gtrechtse armenschool was een van de belangrijkste onderwijsvernieuwers van zijn tijd. De productieve schrijver en te kenaar maakte lesboeken, kinderboeken en een dik Geuzenliedboek. Bovendien gold Van Lummel als de eerste Nederlandse schoolplatenexpert. In 1857 en in 1862 liet hij twee schoolplatenseries (van respectie velijk 49 en 36 platen) voor het aanschou wende onderwijs uitbrengen. Bekende platen waren onder andere De Kruideniers winkel, Het Huisgezin, Naarstigheid of Slordigheid. Voor Van Lummel betekende het onderwijzen van de (volks)jeugd het bijbrengen van burgerlijke normen en waarden, zoals orde, eenvoud, en arbeids zin. In zijn schoolplaten werd de kinderen dan ook een idyllische wereld met voor beeldige burgers en nijvere arbeiders als voorbeeld gesteld. Van Lummel was meer een pedagoog (en tekenaar) dan een kun stenaar. Zijn schoolplaten zijn dan ook so ber en stijf maar wel functioneel. De serie Aardrijkskundige aanschouwings platen telde een twintigtal platen, waaronder Het stadhuis te Middelburg en de Buiten- haven te Vlissingen. De plaat meet slechts 45 bij 55 centimeter. De druktechnieken uit de negentiende eeuw waren nog niet zo ver ontwikkeld. Het gebruik van zware litho stenen, waarbij voor iedere kleur een aparte steen moest worden ingezet, bracht met zich mee dat oude schoolplaten relatief Januari 2005 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2005 | | pagina 9