betrokken raakte, kwamen in het Lloyd-
hoofdkantoor aan de Veerhaven de commis
sarissen in vergadering bijeen. Wij lezen in
de notulen: 'De Directie vertoont eenige
photo's, welke den voortgang van den
bouw van het nieuwe passagiersschip aan-
toonen. Waarschijnlijk zal het schip in
Augustus of September te water gelaten
kunnen worden. Een naam is nog niet ge
kozen. Het voornemen is dezen bij de te
waterlating aan het schip te geven en be
kend te maken.'
Half mei 1940, zestien maanden na de kiel
legging, lag het casco al in zeer ver gevor
derd stadium op de Noordhelling van De
Schelde. De commandant Zeeland - schout
bij nacht H.J. van der Stadt - trok met stil
le trom uit Vlissingen weg teneinde niet in
handen te vallen van de oprukkende
SS-Standarte GroB-Deutschland. Enkele
uren later vielen Vlissingen, De Schelde-
werf en daarmee feitelijk het casco van
Bouwnummer 214 in handen van de Duitse
vijand.
De hele oorlog heeft het enorme gevaarte
vervolgens als een symbool van Zeeuwse
onverzettelijkheid boven de huisjes van de
stad uitgestoken.
Een paar weken na de bevrijding van
Vlissingen, werd aan de Lloyd-directie ge
rapporteerd, dat De Schelde-werf zelf in
vrijwel onbeschadigde toestand verkeerde,
evenals het mailschip, maar dat er veel
remmende factoren waren, die een met
kracht aanvatten van de afbouw van het
schip belemmerden: 'De bevolking is
ondervoed en slecht gekleed en als gevolg
daarvan energieloos. Het moet worden ge
vreesd, dat het vier jaren lang werken voor
de Duitschers, waarbij saboteeren en de lijn
trekken als een deugd werden aangepre
zen, den arbeider een ingewortelde ge
woonte is geworden.'
an artist impression uit 1938 - van de hand van W.M. Birchall - van het schip dat pas half 1946 met de naam
illem Ruys te water werd gelaten en eind 1947 in de vaart kwam.
April 2005
7