- positie van lichaam, armen en benen
- aanwezigheid van haarresten, nierste
nen, andere ziekteverschijnselen
- conditie van de botten
- aanwezigheid van de verschillende
onderdelen van het skelet (op tekening)
In het veld werden vlaktekeningen (1:50)
en foto's gemaakt van de graven. Er wer
den profieltekeningen gemaakt. De skelet
ten of skeletresten zijn tevens beschreven
in sporenlijsten. In de sporenlijsten werd
ook de mate van compleetheid van de ske
letten vermeld. Daarnaast werd tevens de
laagste en hoogste NAP-waarde per graf
vermeld en de conditie van het botmateriaal
en de oriëntatie van de schedel en/ of het
lichaam.
In de sporenlijsten is de volgende indeling
toegepast:
- volledig skelet, aanwezig zijn schedel,
bekken, wervelkolom, armen en benen.
Van de ribben, vingers en tenen is het
merendeel aanwezig.
- redelijk volledig skelet, aanwezig zijn
schedel, bekken, het grootste gedeelte
van de wervelkolom en van de armen en
benen.
- gedeeltelijk skelet: het gaat hier voorna
melijk om de zogenaamde halve skelet
ten. Deze komen regelmatig voor bij
sleuvenonderzoek waarbij de andere
helft in de putwand achterblijft. Als het
bekken of de schedel aanwezig is, kun
nen er nog uitspraken gedaan worden
over leeftijd en geslacht.
- incompleet skelet: hier zijn alleen ge
deelten van armen of benen of de wer
velkolom met enkele ribben aanwezig.
Dit zijn meestal verstoorde graven.
Over het algemeen zijn de skeletten in
slechte conditie en beschadigd door recent
ingraven van kabels en rioleringen.
Rondom de skeletten zijn ook roestige spij
kers gevonden. Dit zijn de nagels van de
doodskisten, die zelf volledig zijn vergaan.
Dit komt waarschijnlijk door de zandige
ondergrond en de lage grondwaterspiegel.
Als gevolg daarvan komt er zuurstof bij het
hout waardoor dit vergaat. Wel zijn verkleu
ringen aangetroffen die de contouren van
de kisten aangeven. Fragmentjes hout ge
ven aan dat op een dieper niveau nog
kisten compleet kunnen zijn.
Een exacte datering van het gevonden ma
teriaal is op dit moment op basis van de
beschikbare gegevens en op basis van de
archeologische gegevens nog niet moge
lijk. Het lijkt echter waarschijnlijk dat ge
concludeerd kan worden dat het merendeel
van het aangetroffen materiaal uit de nieu
we tijd (1500-1800) dateert.
Zoals eerder werd opgemerkt werd in de
zestiende eeuw de begraafplaats verplaatst
naar het zuidelijke deel naast het kerk
gebouw. Toch is het aannemelijk dat ook
na 1511 nog mensen begraven zijn op de
Archeologen bezig met opmeting in
put 1 (WPl).
Collectie Bibliotheek Vlissingen;
foto John van Rossum.
Juli 2005
15