Achterhaven, gezien vanaf de huidige Spuistraat met zicht op de huidige Dam. P. Mos, 1890, olieverf op doek Collectie muZEEum. Opgravingen in de Spuistraat, ge zien in de richting van de Dam Collectie Bibliotheek Vlissingen. Foto John van Rossum. Anders dan geschreven bronnen kan een bodemarchief slechts één keer worden ge lezen. Dat is één van de voornaamste rede nen waarom er zo zorgvuldig met dit bo demarchief moet worden omgegaan om aanwezige archeologische waarden te lezen. Het verre Vlissingse verleden Maar over welke archeologische waarden gaat het dan bij het speuren in de Spui straat? Vlissingen is ontstaan uit het noordwestelijk van de stad gelegen Oud-Vlissingen. Dat was een bescheiden vissersdorpje in de buurt van de huidige watertoren op de hoek Badhuisstraat/Koudekerkseweg. Oud-Vlissingen lag aan een natuurlijke en bochtige zijarm van de Westerschelde, die als haven diende. Graaf Floris V had grootse plannen met Oud-Vlissingen. Hij wilde betere havens la ten aanleggen met daar omheen een nieu we stad. Maar Floris V werd in 1296 door de edelen vermoord. Zijn plannen gingen echter door. In opdracht van opvolger graaf Willem III werden tussen 1304 en 1308 drie nieuwe havens gegraven, de Voorhaven, waar nu de loodsboten liggen, de Koop manshaven nu Bellamypark en de Achter haven nu Spuistraat. De handelsschepen meerden af in de Koopmanshaven. Rondom die havens ontstond Nieuw-Vlis- singen. Bij de Achterhaven werden aanvan kelijk vis, zout en veen verhandeld. In de zeventiende eeuw ook kaas, bouwmateriaal en stenen. In 1910-1911 werd de Achter- haven gedempt en ontstond de Spuistraat. De Achterhaven De Achterhaven was een getijdehaven en bij hoogwater iets meer dan drie meter diep. Tussen de bochtige haven van Oud- Vlissingen en de nieuwe Achterhaven werd tussen 1306 en 1308 door de oostelijke havendijk van de oude haven, de huidige Slijkstraat, een spuikanaal of molensluis gegraven. Bij de tegenwoordige Weststraat lag een dam. Het afgedamde deel van de Oude Haven werd Molenwater genoemd, naar de getijdemolen die omstreeks 1308 op het spuikanaal werd gebouwd. Bij vloed liet men het Molenwater volstromen; ver volgens kon het water bij eb via de molen en bijbehorende sluis wegstromen richting zee. Hierdoor werd niet alleen energie op gewekt, maar werd ook de tussen de molen en de zee gelegen Achterhaven gespuid en op diepte gehouden. Door de afdamming van de haven van Oud-Vlissingen waren de vissers gedwon- Juli 2005 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2005 | | pagina 19