M
,4
v,~:
iIf few Gllft«Ij
fjt fwsfe«»<f Ce^nVfeX^f ÖÊfe 0>\ym»£\l-jejsi V*n4 v»vife<«
-?-- J.' fel titvSjï ■xACft&fq-K**- CBto&fey.f ögj <TN>vmHpXt.^£>^>c 4->>!Str: v*>»i T?V)
v I- - I --. /^- V *72 t: -^.,'ioCXVti*itA^-4-lA2,-i --> «.*2. '.tA* 1** i.a>. t.Ai
.«^iv^Tiw 4>«" *>«*v 7«dn»W ^^•S*iït$r&-M< f >f W&- fetf Vv.irjSl-'«»ft \'-v.V£
t<iil<wvi) <->iW (vnpi-tf\cKi-h\j «ni -rrf^ie<-v, 5"«*S jïfeL-v.V".1 Yxferjf >pAv»dxv+i- w«*| CWfwl £t-») 1%vwri3b-
r£«-x-o»v>J>Oif*v%'w I-Ï't4?iïv~*i 5oAm«om4cv -Ï.*t-iif- fSiwutfet Awli>jii - ^ofcAw&y- »W rNW-^f
£<tt>\ V" ^0\t*yt?*\S<4- V>.viiv 4 ij Ocvvi (yfrrKb V ryf&y jSfcij
ftjfU v-<y #e*jh>
tf* fe**-** §£+&m'y S^\biS vMibv'- Simt -^-owvvM.
V-nic" xfe-«VlM J^*^r ■JV»^»VvcA iijMife *£»wi" ^tC-StoT-ftjVvy5 Va-V) HiSV-yr
-.i~t~rh-l '^u'wu^i feï nvfh*-' l>'h/we0y^rfTv6l ,w^fr A-tffe) V"^f-}y ^T*fe
«xCc* BAVI «wj; Vxn-t +ot-dyk(fe<tny nVt>-, Wyf hViM^Phfejfrt-rt ^nbc-Cty [M AVwtvfn x*t't- «üfe**
^v,, tfec«vv(v<^vfe wV <-t"Jr 4->r+ w{-v+- -fvv^i- #ÏU-- CD*™"* Vv< 4- ^-vjV^v, to«v4~S"M.bd£- (fe fa&lintr'
yycfWlff*^*^ ■^V^VC "fe tf iffËl!ferf^O- -^-kVS ts/wj v,V ^»vl« 4-<- Vc-4w<- Swvj -&MS, ]e.%■**-£ «^1^25
5B«NV. v-fHv*.w^r- fe C&&6» ^<£^4^»? A^~r v.Vë V«.Nc* 'Pp f? yvUWW^ FY OVV •»v*W wir &VS. W^h,'
5ft.-*-prv^*«rt^^ -**V I"t-c-Ov. -—-<w>ow*- 6$n /StjStjéy 'y3fjk*> jgjfWvw.1 ftaftcir/lfevv^iKS,-
YufciS Ff Vwï-v^c-t-w !Ó5^«;VVOV.<J3<V<^I\V<-V^I_4-' W; -SV ^*X. 'VpTSi "Pf V ■ftvwHtW ^.v.'ï v-«j £i_
jSitoy t%V«} V'nS f(* r-***Pn V>e«»-( virtWvi jt>y-S,»s'fr>i .AVW^^VHI -rffW
rtvv«tr$v' "St-vM- ;TK. .-V>*\S«^1V->VH| <ö-vS-r4ïfisV«vSl«- .PAV^ÏK-V, K^vOTcf^T^SïccC. Jf^i£V^}z-»b<S ■etrmt èvM-tVii
btfifCiti'S'vM-VfriC- owfï"- tf/Ttflp ^jTF ^véT^Nvr^' -hv.W V>*»1 1 fifvW- S?VB (yi-£(Si\i Qfy Otvfc)
/wVvV, Vc*w 1VV-.V-^.^v>v£> 11 •^fe^Pv'vV ÉVrjVtf x^fjACAvM, «vVv»^£?(tóé \toix£n
■C-rf\rr^i- <-vvi SvNV >cr^ffe*»*-^J^9v.V-if,'ïv\-B 'w ^s/h*1 fo>v^\jC0)r|^
^v^wvVfr* -vwtHii- «vv? Vt*ï-fe»l WnCCi? bf-^ nW>^i y°e**f£
£ntf^ 5''tKVC^ 's.,, «gV^ ^^+^1 V>«»«i_Vt>-ri%v>.v|*^^^==±r-hfe fV-^--rr
V
ling van Adolf van Bourgondië. Aan een
dergelijk administratief ambt kleefden
lucratieve inkomsten. Op het moment van
de overeenkomst bezat Adriaen van Scoon-
hoven deze functie, pas na diens overlijden
zou Adolf Andriesz kunnen beschikken
over dit zogenaamde klerkschap.
De akte werd ondertekend met: 'dit wert
ghedaen upten thiensten dach van april
anno vichtienhondert ende vive naer paes-
schen.'
Van de zegels in rode was is het zegel van
Anna Van Bourgondië, vrouwe van Rave-
stein, verloren gegaan; de zegels van Adolf
van Bourgondië, heer van Beveren en
Vlissingen (links) en Philips van Bourgondië,
heer van Blaton (rechter) zijn geschonden.
Het grappige aan deze oorkonde is de aan
hef. In de letter A van Adolf zijn enkele
frappante tekeningetjes te zien.
De akte is naar goed Middeleeuws gebruik
geschreven op perkament, meestal ge
maakt van de huid van een kalf, geit of
schaap. De kwaliteit en preparatie van de
huid bepalen in grote mate het behoud voor
de lange duur. Bij dit charter - zo noemen
we een akte, geschreven op perkament en
voorzien van zegel(s) - is na de laatste ge
schreven regel het perkament een stukje
teruggevouwen. Dit stukje noemen we de
'pliek', vervolgens zijn er drie inkepingen
gemaakt, waar strookjes perkament door
gestoken werden, die voorzien zijn van een
lakstempel. Zo werd voorkomen dat er la
ter nog iets aan deze akte toegevoegd
werd.
Die vijfhonderd jaar moeten we wel nuan
ceren. Middelburg en Vlissingen hebben
zwaar te lijden gehad van het oorlogsge
weld: die lijdensweg trok ook haar sporen
door de archieven van de beide steden. Het
fraaie Middelburgse archief ging verloren
bij het bombardement van de stad in mei
1940. Voor Vlissingen was deze rampspoed
al in 1809 geboren. Ook hier ging het stad
huis met haar geheugen in vlammen op.
24
Den Spiegel