-
moeten worden. Mogelijk interessante
archeologische resten kunnen in een vroeg
stadium worden herkend, waardoor een
planaanpassing een optie is om dit bodem
archief te behouden. Een mogelijkheid is
om een bepaald deel niet te bebouwen en
er een groenvoorziening van te maken.
Hiermee blijft de bodemschat behouden en
bovendien hoeft er geen geld te worden uit
gegeven aan een duur archeologisch onder
zoek.
De verstoorder betaalt
Hiermee beland ik automatisch bij het der
de belangrijke punt van het verdrag. Zoals
ook bij de milieuwetgeving het geval is, zal
de veroorzaker, in archeologietermen: de
verstoorder, de kosten van de opgraving
moeten betalen. Dat dit om enorme bedra
gen kan gaan laat de meest recente ge
schiedenis zien. Indien een projectontwik
kelaar deze kosten betaalt, zal er zeker een
doorberekening plaatsvinden naar diens
klanten. Als een gemeentelijke overheid als
opdrachtgever optreedt, zullen de kosten
uit het belastinggeld van de burger worden
betaald.
Het verdrag houdt ook hiermee rekening.
Er zal een maatschappelijk draagvlak ge
creëerd moeten worden. Het kweken van
begrip voor het behoud van het cultureel
erfgoed neemt hierbij een belangrijke
plaats in. Een goede voorlichting kan zor
gen voor een betere acceptatie van een
kostbaar archeologisch onderzoek.
Interim-wetgeving
We zijn nu ruim dertien jaar verder na de
ondertekening van het verdrag en nog
steeds heeft het nog niet geleid tot inpas-
I
bodemonderzoek van de Karolingische ringwalburg door de Rijksdienst van het Oudheidkundig Bodemonderzoek
ROB).
oto PZC, 31 maart 1969. Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen.
Juli 2005
5