In 1944 echter, meer dan drieëneenhalve eeuw later, was er weer een Europees potentaat, Adolf Hitler, die begreep dat een verovering van de Schelde en haar oevers door de geallieerden het einde van de oor log zou betekenen en dus ook zijn einde. Zelfs toen de Schelde mijnenvrij was ge maakt en de eerste bevoorradingsschepen in Antwerpen aankwamen, zijn er door de Duitsers nog vele pogingen gedaan deze bevoorrading te voorkomen dan wel te ver storen. Zo bleven de Duitsers vanuit Hoek van Holland met onder meer vliegtuigen en dwergonderzeeërs mijnen leggen en torpe do's afvuren op de schepen, varende op de Theems-Schelde konvooiroute. Deze Duitse activiteiten met niet geringe gevolgen ble ven tot het einde van de oorlog voortduren. De Duitse marine maakte gebruik van E-boten om de bevoorradingsschepen te torpederen en mijnen te leggen. Ook waren dwergonderzeeboten actief, zoals de Biber, Molch en de Seehund. Verder waren er op pervlaktevaartuigen, die men de Linse noemde. Dit was een klein vaartuig dat twee explosieve motorboten aan boord had. De Luftwaffe opereerde met de Junker bommenwerpers waaruit mijnen werden af geworpen in de konvooiroute. Om deze bedreiging te keren stelde de Royal Air Force mobiele radarstations op langs de Belgische kust, maar ook op Walcheren. Zo werd er een radarstation ge plaatst op de vuurtoren van Westkapelle met de codenaam Nelly. Deze radarwaar nemingen werden doorgegeven naar Mosquito-nachtjagersquadrons om dwerg- onderzeeboten en mijnenleggende Duitse vliegtuigen te onderscheppen. Duidelijk is dat er voor de Duitsers veel aan gelegen was de bevoorrading van de Antwerpse haven te verstoren. Van 28 november 1944 tot 6 mei 1945 gingen er van de bevoorradingsschepen naar Antwerpen 28 verloren. Hierbij kwa men twee Belgische en een Nederlandse loods om het leven. De Nederlandse loods was Cees van Baaren. Hij loodste het Amerikaanse Liberty-schip Sampa, dat behoorde tot een uitgaand konvooi. Dit ge beurde op 27 februari 1945 's ochtends om vijf uur. Het schip werd getroffen door een torpedo en door het geweld waarmee dit gebeurde, stortte de mast met getopte laadbomen op de brug, waarbij loods Van Baaren werd getroffen. Hij raakte aan het hoofd gewond en overleed binnen een uur. Bertus Goossen, de oudste nog in leven zijnde Scheldeloods, was Engelandvaarder en in november '44 werd hij ingezet bij dit riskante loodsen van de bevoorradings schepen. In het boek 'Een eeuw loodsen op en om de Schelde' vertelde hij over zijn er varingen, maar hij was ook kort geleden nog aan het woord. Hij vertelde mij over een uitgaand konvooi waarvan hij de 12.000 ton metende Amerikaanse tanker Roberta loodste. Dit schip was geladen geweest met high- octane en voer op en neer tussen Engeland en Antwerpen. Tijd om te ontgassen was er niet geweest en dus voeren ze op een drij vende gasbom. Achter de Roberta voer de Griekse Eleftheria die geloodst werd door de Vlissingse loods Tjeerd Spanjer. Eenmaal in de Wielingen kwam hen een Engelse mijnenveger tegemoet die met volle kracht voer. De Amerikaanse kapitein van de Roberta, raakte hierover nogal opgewon den en slaakte enige verwensingen, 'die ik hier liever niet herhaal' zo vertelt Bertus. Snelvaren was onder alle omstandigheden verboden vanwege de trilmijnen. Plotseling hoorden ze een enorme explosie en daar ging de Griek waar Tjeerd Spanjer aan boord was. Even later nog zo'n dreun en daar ging een Liberty die vlak naast de Roberto voer. 'Ik stond te trillen op mijn be nen want ik wist wat er met de Roberta zou gebeuren als we op een mijn liepen of ge troffen werden door een torpedo', vertelt Bertus Goossen. 'De kapitein was plotse ling verdwenen, maar kwam weer boven met in zijn hand een fles whiskey met twee glazen. We hebben er beide van gedronken en ik voelde me weer wat steviger op mijn benen staan'. Tjeerd Spanjer overleefde de ramp met de Griek en werd gewond door de Engelse 8 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2005 | | pagina 10