stuurboordzijde. Er brak brand uit en het
schip maakte water en helde spoedig circa
20 graden over naar stuurboord.
Omdat de luiken werden geopend begon
nen de zakken meel uit het vaartuig te
spoelen en ze dreven richting kust. Een
deel van de bemanning verliet het vaartuig
omdat men dacht dat het zou kapseizen.
Een eerste sleepboot arriveerde aan het
eind van de middag en deze begon direct
met het blus- en bergingswerk.00 Onder
tussen sleepte men het schip, geholpen
door de opkomende vloed richting een
zandbank bij Borsseie, alwaar het aan de
grond werd gezet. Aan het begin van de
avond kwamen er nog een tweetal ber
gingsvaartuigen en zij begonnen een haast
hopeloze strijd tegen de zich uitbreidende
scheepsbrand. Om circa 22.00 uur keerde
een groot deel van de bemanning naar het
schip terug, met de stille hoop dat de Alan
A. Dale nog te behouden was.
De brand breidde zich echter snel uit en
ook het brugcomplex stond na verloop van
tijd in lichterlaaie. Op 24 december 's mor
gens om half negen ging iedereen behalve
de kapitein en vier machinisten van boord.
De neus van de Alan A. Dale was toen al
onder de zeespiegel verdwenen en het wa
ter stroomde over de dekken, terwijl de
brand in de opbouw voortwoekerde. In de
loop van de ochtend werd de Alan A. Dale
door de laatste bemanningsleden verlaten.
Het schip was reddeloos verloren.
De meeste bemanningsleden werden in
Terneuzen of Antwerpen aan land gezet.
Nog voor de winter van 1945/1946 bliezen
de geallieerden grote stukken van het wrak
op, zodat het al spoedig niet meer zichtbaar
was. Ook zakte de Alan A. Dale verder in
het zand weg en raakte in de vergetelheid.
Zelfs de naam verdween min of meer want
op naoorlogse zeekaarten werd het motor
schip aangeduid als: Alandsdale.
Het Vlissingse bergings- en transportbedrijf
Van den Akker haalde nog enkele tonnen
staal van het wrak af maar opnieuw werd
het stil rond de Alan A. Dale.
Het opruimen van het wrak
Sedert 1998 was er hard gewerkt aan het
opschonen van de bodem van de Wester-
schelde. De havens van Antwerpen moes
ten bereikbaar blijven voor de steeds groter
wordende zeeschepen Dit hield in dat in
een periode van circa zes jaar ruim
50 scheepswrakken en andere obstakels
geruimd dienden te worden. De laatste
werkzaamheden, prestatiebestek ZL/4797,
omvatten 38 objecten waaronder het wrak
van de Alan A. Dale.
Tijdens de voorbereiding van het eerder ge
noemde bestek is het lang onzeker geweest
of de Alan A. Dale zou worden meegeno
men. Het schip lag aan de rand van de
vaargeul en aangezien het een oorlogswrak
was, hield men rekening met onvoorziene
omstandigheden. Giteindelijk besloot men
toch om het wrak te verwijderen. Vroeg of
laat kon het scheepswrak, liggend aan de
hoofdvaargeul, toch problemen gaan geven.
Het ruimen van het wrak:
de schroefas.
(Collectie Cor Heijkoop,
foto: A. v.d. Wege)
Oktober 2005
13