Heinrich Walther werd op 29 november 1881 in Bielefeld geboren en studeerde rechten in Lausanne, Genève, Berlijn, Bonn en Münster. In 1906 promoveerde hij in Breslau tot doctor in de rechten. In 1908 vestigde hij zich als advocaat in Berlijn, in 1911 trad hij als consulair ambtenaar in dienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In 1912 werd hij vice-consul in Sint Petersburg, later plaatsvervangend-consul in Saratof aan de Wolga. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd hij door de Russen geïnterneerd en later via gevan- genenruil vrijgelaten. in 1915 kreeg hij de leiding over het nieu we beroepsconsulaat in Vlissingen en daar mee deed een consul met ervaring op zwa re posten zijn intrede in de Scheldestad. Die benoeming had wel een achtergrond. Het Duitse consulaat in Vlissingen Tot dusver had Vlissingen het moeten doen met Duitse honorair-consuls. Die hadden soms alleen Vlissingen, dan weer heel Walcheren onder hun hoede. In 1907 was er een vacature. Daarvoor waren twee ge gadigden: A.E. Dudok van Heel, directeur van brouwerij De Meiboom en H.C. Beyerman, eigenaar van Stoomwas- serij en -strijkinrichting De Volharding. De keuze viei op Dudok van Heel, die in Duitsland had gestudeerd, goed Duits sprak en bij het sollicitatiegesprek de beste indruk had gemaakt. Er was nog even met het idee gespeeld om in Vlissingen met een vice-consul te volstaan, maar dat werd door het Duitse General Konsulat in Amsterdam afgewezen. In Vlissingen zetel den een Engelse consul en hoge Neder landse militaire autoriteiten. Het zou toch te gek zijn als een Duitse vice-consul bijvoor beeld. bij ontvangsten aan boord van oor logschepen achteraan zou moeten staan. Dudok van Heel bleef na zijn aanstelling tot honorair-consul in functie tot december 1912, toen hij op eigen verzoek werd ont slagen. Beyerman kreeg opnieuw een kans en werd benoemd en beëdigd. Bij een eer dere sollicitatie had hij al eens aangegeven het consulschap als een erebaantje te zien. Misschien kreeg hij vanwege die uitlating in september 1913 wel bezoek van de Konsul General die een aantal tekortkomingen constateerde. De omstandigheden waaronder kantoor werd gehouden lieten te wensen over. Het consulaat was gevestigd in het woonhuis van Beyerman en herkenbaar aan de vlag- genstok en het consulaatschild. Openings tijden stonden niet aangegeven, dat hoefde schijnbaar niet, want als de consul afwezig was dan deed zijn zoon het consulaire werk. De administratie werd gevoerd in een ka mer aan de straatzijde en bijgehouden in een eenvoudig journaal. Daarin werden de mutaties vermeld. Een in gebruik zijnd handboek bleek verouderd, al met al voor de Konsul General aanleiding de regels aan te scherpen. Beyerman kreeg opdracht de administratie volgens de voorschriften in te richten en bijvoorbeeld een register aan te Boulevard Bankert met de Zeevaartschool'; op de achtergrond de Coosje Buskenstraat en Boulevard de Ruyter, ca. 1915. (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen) Vlissingen, Bouleuard Banker! me! ^ceuaarljehool April 2006 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2006 | | pagina 15