Het Keizersbolwerk voorzien van geschut, links op de tekening, ca. 1812
(Uitsnede uit: Antoine-Ignace Melling (1763-1831) reizend kunstenaar)
Oprit naar het Keizersbolwerk via die gan
gen uiteindelijk op zee kijken. Op de hoe
ken van het bolwerk waren mitrailleurs
nesten ingegraven van waaruit je onder de
borstwering kon schieten.
Spinnenbatterij
In de verste kazematten links (aan de oost
kant) werd voor de Duitsers in 1943 een
opslagplaats voor torpedo's ingericht. Die
konden met een loopkat over een rail langs
de gewelven op een lorrie worden getild en
naar de torpedolanceerbuizen in de bunker
op de kop van het Grote Hoofd worden
gereden. Het smalspoor had ook een aftak
king naar de loodsensteiger voor de aan
voer van torpedo's per schip. Daar werden
de torpedo's per schip aangevoerd en met
behulp van een door de Koninklijke
Maatschappij De Schelde geconstrueerde
takel op de steiger gezet.
Vlak voor de bevrijding hebben de Duitsers
nog geƫxperimenteerd met draadgeleide
torpedo's, (de spinnentorpedo's) die wer
den bestuurd vanuit het kustlicht boven op
het bolwerk. Het trimmen van de richtap-
paratuur kregen ze echter niet onder de
knie. De bunker werd op 1 november 1944
opgeblazen. De opslagplaats met torpedo's
in de kazematten gelukkig niet.
De Fransen, de Britten en de Schotten
Zij bevrijdden Vlissingen in 1944. De Royal
Artillery plaatste een 40 mm batterij.
Bofors kanonnen in betonstenen opstellin
gen op het Keizersbolwerk. Bedoeld als
luchtafweer, maar vooral om te voorkomen
dat Duitse miniduikbootjes de Wester-
schelde op zouden varen om de geallieerde
konvooien op weg naar de haven van
Antwerpen aan te vallen. Nu waren er
Britse schildwachten, die bovendien erg
soepel waren, in de gangen. Toen Duitsland
in mei 1945 capituleerde, schoten de ka
nonnen 's nachts om twaalf uur lange slin
gers lichtspoormunitie de lucht in. Daar
door kwam nog een schippersvrouw om
het leven, voorlopig het laatste oorlogs
slachtoffer in Vlissingen. De zoeklichten
aan weerszijden van de Westerschelde
veegden met hun lichtbundels langs de
nachthemel en zwaaiden zo uren naar el
kaar. Het was nog aardedonker, maar de
oorlog was voorbij en ook de verduistering.
18
Den Spiegel