Een roerige verjaardag Relletjes bij bet Duitse consulaat in Vlissingen Jules Braat Dinsdag 25 juli 1916: voor de meeste Vlissingers een gewone werkdag, maar voor een aantal inwoners van Belgische afkomst lag dat anders. Hun koningin Elisabeth, vrouw van Albert I, werd die dag 40 jaar. Zo'n gebeurtenis kon men niet zomaar voorbij laten gaan en zeker niet op dat moment. Al bijna twee jaar was België in oorlog. In het begin waren talrijke Belgen naar Nederland uitgeweken en velen waren in Vlissingen terechtgekomen. Zij wilden graag hun nationale gevoelens uiten en de erjaardag van hun koningin was daar een prima gelegenheid voor. De in Vlissingen werkzame Belgische vakvereniging had op die dag een feestavond in het Concertgebouw georganiseerd, maar tot zo lang wilde de Belgische jeugd niet wachten. Naar het Duitse consulaat ln de loop van de ochtend trok een grote groep kinderen - vermoedelijk van Belgi sche loodsen - met Belgische vlaggen en strikken naar het huis van de vijand, de Duitse consul dr. Walther, aan de Boulevard Bankert. Daar aangekomen sloegen zij met hun vlaggen tegen de ramen en deuren en drongen zelfs via de openstaande voordeur de gang binnen. Ook riepen zij scheldwoor den zoals 'vuile Duts' en 'vuile Boche' (Mof). Politieoptreden Er is overeenkomst met het heden; op het moment suprème was de politie niet te zien, maar de Duitse consul wist die wel telefonisch te waarschuwen. Agent De Boo van Uyen kreeg opdracht naar Boulevard Bankert te gaan om de jongelui te versprei den. In de buurt van de Zeevaartschool trof hij hen aan. Hij gaf ze opdracht direct naar huis te gaan en niet met Belgische vlaggen op straat te lopen. Het opstootje had in middels een flink aantal Belgen naar de Boulevard gelokt, die luidkeels hun afkeer over het politieoptreden te kennen gaven. De zeventienjarige scholier Florimont De Backer vroeg op hoge toon waarom de po litie de vlag van het Belgische consulaat ongemoeid liet en die van de kinderen niet. Ook een andere jeugdige Belg, Stanislas Verwilghen, zette een grote mond op en vond dat de politie beleefder moest optre den. De demonstranten waren intussen al le kanten opgelopen en de politie werd door een joelende menigte Belgen gevolgd, waarbij De Backer en Verwilghen als de grootste schreeuwers optraden. Beiden werden gearresteerd en naar het politiebu reau overgebracht. Daar werden zij door de commissaris verhoord en in de loop van de middag overgedragen aan de rector van het Belgisch lyceum in Vlissingen, de heer Van den Broecke. Agent De Boo van üyen had trouwens van een ingenieur, werkzaam bij de Koninklijke Maatschappij De Schel de, te horen gekregen, dat Verwilghen de kinderen had opgeruid door te zeggen: 'jongens, niet weggaan met de vlaggen hoor, blijven lopen'. Ook een Belgische loods had een grote mond en zei tegen De Boo van CJyen: ...'ik betaal belasting en daar worden jullie van betaald, van mijn centen vreten jullie, die kinderen mogen met onze vlag lopen....' Excuses Nadat de rust was weergekeerd, ging de commissaris van politie naar dr. Walther en bood zijn verontschuldigingen aan, die door de consul werden aanvaard. Ook bedankte Walther voor de politiehulp en verklaarde de zaak verder te willen laten rusten. Wel was hij van mening, dat oudere Belgen de April 2006

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2006 | | pagina 13