Cj^3^
y
S?2-C-/ J^ZLS,
-S±<r t^s; Sis
6gJ&Jtt.
y* n
Conrad Rutger Busken
schreef deze zegenwens in
het album amicorum van
Jacobus Bellamy,
11 maart 1782
Als in 1791 een tweede zoon, Conrad
Busken, wordt geboren (de latere zeer be
kende letterkundige Busken Huet) is het
dagboek minder uitvoerig. Hij was door zijn
dochter ook niet tijdig ingelicht.
Het dagboek van Busken bestaat voor een
groot deel uit korte aantekeningen. Hij
wordt vooral wat uitvoeriger als het beval
lingen en ziekten betreft. Dat zal wel te ma
ken hebben met zijn beroep. Hij had in ver
schillende plaatsen voor apotheker geleerd
en was zelf een zaak begonnen in Vlis-
singen in 1750 na het afleggen van een
meesterproef. Het jaar daarop trouwde hij
in de grote kerk met de Domburgse Jacoba
Baart onder toeziend oog van dominee
Vrolikhart. Later noteert hij miskramen en
geboorten van zijn dochters. Behalve de
hierboven genoemde Jacoba, die de jongste
was, hadden zij ook nog Sibilla, Suzanna en
Johanna. Aan de laatste wijdt hij nogal wat
regels, omdat zij in de winter van 1766 ziek
werd. Hij beschrijft dan hoe ze klaagde over
pijn in de maag en hoe hij haar behandeld
met klisteerspuiten, purgeermiddelen, voet
baden, zuurdesem dat aan de voeten wordt
gesmeerd. En hoe het in het geheel niet
helpt, de pijn en de duizeligheid blijven
maar duren. Daarop volgen nog meer do
ses van allerlei middelen en zouten en pil
len. Op vrijdagavond na het slikken van
nog wat gebruikelijke drankjes wordt ze erg
ziek en onpasselijk. Ze begint heftig te wal
gen en over te geven. Daarna was het als
of ze haar einde voelde naderen en, zo
schrijft haar vader, de apotheker: beval ze
haaren geest met de aandoenlijkte bewoor
dingen, doormengt met gepaste schriftuur-
teksten aan God en Jezus, verzekert van
haar aandeel aan, en de liefderijke toena
dering van Hem verlangende om ontbon
den en met de Heer te zijn en ons, beneffens
de omstaande vrienden, vertroostende en
vermaanende van toch niet over haar te
weenen, alzoo haar geluk te groot was,
daar ze een booze werelt en een ellendig en
zondig lichaam stond te verwisselen voor
volmaakte vreugde en zaligheit waarvan ze
betuigde, datze de beginselen reets smaak
te en ondervond. Ha dat deze werkzaamhe
den ruim een uur geduurt hadden, raakte
ze door vermoejtheit in stilte en wiert we
derom als vooren confuus, wij besloten van
de medicijnen aftezien, denkende dat haar
einde naderde, terwijl intuschen haar doot-
goet en de lijst van bekengtmatking wiert
gereet gelegt. Dog ten 3 uuren bekwam ze
weer, wier present en wij zagen, tot onze
verwondering en blijdschap de pokjes uit
kommen, zedert is ze present gebleven, dog
zeer zwak, de pokjes waren niet van de
slegste, dog stonden van den beginne flets,
vervolgens fleuriger, op den 3 feb. gingen
haar oogen toe en den 1 Ode weer open, ver
volgens had hare ziekte de gewoone loop
en ze deed in het begin van maart haren
kerkgang.
Ten aanzien van zijn medicatie trekt hij in
het dagboek geen conclusie. En als later
zijn dochter Suzanna ziek wordt, begint hij
weer met allerlei middeltjes. En ook zijn
dochter Sibillia moest eraan geloven. Ze
Oktober 2006