'vervlechting'. Vanaf 1012 is het gebied ten
westen van de Oosterschelde leen van
Vlaanderen, de rest valt onder Holland. In
1167 geeft de Vlaamse graaf een gebied in
onderleen aan de Hollandse graaf.
Door het verdrag van Parijs, in 1323, komt
Zeeland aan Holland, na de slag bij Zierik-
zee.
In 1433 valt Zeeland onder Filips de Goede.
Dan komt de breuk. De Tachtigjarige
Oorlog breekt uit in 1568, met als gevolg
de herovering van het Zuiden door de
Spaanse troepen en de gang naar onafhan
kelijkheid van de noordelijke provincies.
Kijkend vanuit Middelburg is de geschiede
nis van de voorbije eeuwen een succesver
haal. Zeeland heeft een roemrijk verleden;
een verleden van koopmansgeest en mari
tieme macht. Vanuit Vlaanderen bekeken is
een en ander minder rooskleurig.
Vlaanderen en Brabant vormden in de 16e
eeuw nog het economische en culturele
zwaartepunt van de Lage Landen. Het is
ook het graafschap Vlaanderen en het her
togdom Brabant dat de opstand tegen
Spanje het hardste voelde. Het adellijk ver
zet tegen vorstelijk absolutisme, strijd voor
religieuze gewetensvrijheid en verdraag
zaamheid, verzet van de gewesten tegen de
economische en militaire dwingelandij van
de Spanjaarden maakten dat het Zuiden
het gelag zou betalen.
De Vlaamse en Brabantse steden die zich
bij de ünie van Utrecht hadden aangesloten
vormden militair gesproken geen partij
voor het Spaanse leger. Toen in 1585 Ant
werpen het hoofd moest buigen, was dit het
signaal voor de enorme exodus van Zuid-
Nederlanders naar het noorden: wie over
kapitaal beschikte en wie intellectueel
naam en faam had, ging weg.
Het graafschap Vlaanderen raakte zijn ge
bieden bezuiden de Honte, het huidige
Zeeuws-Vlaanderen kwijt. De toegang tot
de Schelde vanuit Vlaanderen en Brabant
werd door het Noorden afgesloten. Wat
kortgeleden nog eigen gebied was, werd
vijandig gebied, waar de Staatse en Spaan
se troepen konden plunderen en branden.
Voor Vlamingen en Brabanders gedroegen
Spaanse en Staatse troepen zich in het zui
den ais bezetters. De Zuidelijke Nederlan
den werden een buffergebied, waar De
Republiek der Verenigde Nederlanden,
Spanje, Oostenrijk en Engeland de hele
17e en 18e eeuw hun oorlogen zouden uit
vechten. Vlaanderen verloor bovendien ook
nog een groot deel van het grondgebied
aan Frankrijk.
In het noorden markeerde voortaan een re
ligieuze en mentale barrière de grens die
door het graafschap liep, van Sluis tot
Hulst.
De moeizame verhouding tussen Vlaan
deren en Zeeland was geboren.
Deze complexe verhouding werd nog ver
sterkt door de gebeurtenissen van 1830-
1839, die tot kort geleden de moeizame re
laties tussen Zeeland en Vlaanderen/België
bepaalden, onder meer wat betreft de hele
Scheldeproblematiek.
De gebeurtenissen in de 19e eeuw vormen
in wezen de tweede scheiding. In 1815 was
Staats-Vlaanderen, het latere Zeeuws-
Vlaanderen, bij het Koninkrijk der Neder
landen gevoegd. In 1830 echter roept het
Voorlopig Bewind in Brussel de onafhanke
lijkheid uit. Er is militaire interventie, uitlo
pend op het Scheidingsverdrag van 1839:
- Luxemburg gescheiden van het groother
togdom
- Nederlands Limburg ter compensatie
- Overpad door Nederlands Limburg voor
België, onder meer de IJzeren Rijn
- Afwatering Vlaanderen
- Vrije vaart over de Scheldemonden, met
tol tot 1863.
Bij deze regelingen ontstaan verschillen in
interpretatie, er zijn problemen met de
Zeeuwse scheidingslijn.
De geschiedschrijving in deze periode was
zowel in België als in Nederland sterk nati
onalistisch gekleurd. Deze geschiedschrij
ving bepaalt ook vandaag nog sterk onze
visie op het verleden. Het resultaat is dat
Nederlanders en Zeeuwen in het bijzonder,
ook hun eigen actuele positie door een wat
16
Den Spiegel