kerstspel. Ook de Zeeuwse muziekschool deed ieder jaar mee aan dit evenement. Musici die later naam kregen hebben op een dergelijke kerst-in gespeeld: Marianne Boer, piano en Maurice Heugen, dwarsfluit. De PZC deed verslag! Een ander groot evenement was het optre den van de Maastrichter Staar in de Jacobskerk, naar aanleiding van het 100- jarig bestaan van het museum, in 1990. Het voorbereidingswerk was gigantisch en even was er de angst dat dit project niet zou lukken om financiële redenen. Nel Weug, echtgenote van de penningmeester Jan Weug, heeft nog stad en land afgereden met affiches om de kaartverkoop te stimu leren. Het kwam voor elkaar en een bom volle kerk was getuige van een geweldig concert. Wat een betrekkelijk klein bestuur niet kan bereiken! Jan Weug en zijn vrouw hadden trouwens geen stoel en hebben het concert zittend op een tafel achterin de kerk gevolgd. In Den Spiegel van maart 1997, het jubi leumnummer ter gelegenheid van 15 jaar vrienden, geeft Wilbert Weber aan dat het bestuur een wapen bleek te zijn in de strijd om het museum op de politieke agenda te krijgen. Door de activiteiten en het beetje extra geld dat via de vrienden binnenkwam, maar vooral door het netwerk van de be stuursleden en de gewone leden werden de vrienden steeds belangrijker. Netwerken is nu eenmaal noodzakelijk. Willemien had als voorzitter de gewoonte om elk raadslid min of meer verplicht vrij willig lid van de vereniging te maken. Altijd had ze een blocnote bij zich om naam en adres te noteren. Ik weet echt nog wel hoe vasthoudend zij kon zijn! In de jaren van haar voorzitterschap was de Vereniging Vrienden ook aangesloten bij de landelijke federatie van museumvrienden. Trouw be zocht ze de vergaderingen door het hele land en kwam dan vol plannen en opnieuw geïnspireerd terug. Behalve interessante en leuke dingen voor de leden verzinnen, probeerde het bestuur ook op te komen voor het belang van het museum. Een mooi verhaal in dit verband is hoe het pand nr. 21, Den Spiegel ge naamd, deel van het museum is geworden. In het begin van het bestaan van het mu seum woonde de conciërge in het pand. De voordeur van het museum was dus ook zijn voordeur. Later kreeg hij de beschikking over het huis nr 21, genaamd 'Den Spiegel'. Toen deze dienstwoning vrij kwam, doordat de conciërge, de heer Geense, ging verhui zen, werd de woning door Wilbert gekraakt tot kantoor. Echter, de toenmalige wethou der Bruinooge wilde de woning aan een particulier verhuren. Het bestuur besloot brieven op te stellen naar de raad en naar de pers. De wethouder ging met vakantie: het sein voor de Vrienden om te handelen werd gegeven door onze voorzitter Wille mien. Mariette zorgde dat de brieven kwa men waar ze moesten zijn. De zaak haalde de voorpagina van de PZC en de wethou der, net terug van vakantie, kon ternauwer nood een motie van wantrouwen voorko men. Zo hadden we te maken met een boze wethouder die Willemien toevoegde dat hij nooit meer met vakantie zou gaan! Gelukkig is alles goed gekomen in de ver houdingen met het college en de raad. Het bestuur probeerde het museum 'op de agenda te houden'. De vergaderingen werden vanaf dat mo ment gehouden in de keuken van nummer 21. Een andere actie die zeker een hoog ludiek gehalte had, was het schilderen van de voorgevel van het museum op open monu mentendag in 1988. Er was nogal wat achterstallig onderhoud aan het gebouw en de Vrienden wilden dit onder de aandacht van de gemeente brengen. Kees van Kra lingen regelde witte overalls en het bestuur poseerde voor het museum met kwasten en verfpotten. Ook nu werd de PZC weer ge haald. En de Vereniging kreeg haar zin. Naast al deze activiteiten werd er gepro beerd geld binnen te krijgen voor allerlei doelen. Zo was er het restauratiefonds voor het scheepsmodel de Tromp, een project Januari 2007 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2007 | | pagina 9