genaamd accepté zijn geworden voor de Zeeuwse elite. Als hij kort daarna ook nog verhuist naar Amsterdam, de machtigste stad van de Republiek, wordt hij als bond genoot bijzonder interessant. Verbintenissen Met de acceptatie van De Ruyter, die vol komen samenhangt met zijn vooruitzichten en zijn populariteit als overwinnaar tegen de Engelsen, bereiken zijn naaste familiele den dezelfde status. Voor de Lampsins is het moment aangebroken om de werkrela ties ook tot in het persoonlijke te trekken. Voor de eigen kinderen zijn andere huwe lijkspartners wenselijk, maar er zijn andere mogelijkheden om een familieband te cre- eren. In januari 1659 tekenen de vierentwintigja rige Jan de Witte en de vijf jaar jongere Cornelia de Ruyter de ondertrouw aan te Amsterdam. De bruid is de oudste dochter uit het gezin De Ruyter; de bruidegom is de oudste zoon van Cornelis de Witte en diens echtgenote Johanna Lampsins, de jongste zuster van de Gebroeders Lampsins. Met dit huwelijk is de eerste band tussen de beide families gesmeed. In korte tijd worden twee gezonde zoons geboren, Cornelis en Michiel de Witte. Vanaf dat moment delen de families Lampsins en De Ruyter dus klein kinderen, een band die verplichtingen schept, zeker in de zeventiende eeuw waar bij familierelaties een belangrijk, zoniet het belangrijkste onderdeel zijn van het soci aal-maatschappelijke leven. Beide families blijven evenredig in status stijgen. De brede bestuurlijke macht, het succes van het handelshuis en de kolonisa tie van Tobago brengt de Lampsins tot op grote hoogte. De Ruyter brengt persoonlijk zijn familie tot aanzien. In 1660 verheft de Deense koning Frederik III de vice-admiraal in de adelstand en slaat hem tot ridder met verlening van een wa pen dat leest als een rebus. Het duurt niet lang of in 1662, vermoedelijk met de nodi ge diplomatie, bereikt Cornelis hetzelfde: Lodewijk XIV van Frankrijk verheft hem in de adelstand. Hij wordt Baron van Tobago, het eiland dat de Lampsins dan al bijna tien jaar economisch overeind houden. Op zijn adelsdiploma zien we het vernieuwde wa pen Lampsins, dat eveneens leest als een Gezicht op Vlissingen; met rechts het Lampsinshuis; uitsnede van het schilderij van Petrus Segaers, 1669. Collectie muZEEum 12 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2007 | | pagina 14