Cornelis Evertsen de Oude (1610-1666)
Het is onmogelijk in deze bijdrage uitvoerig
te vertellen over de zeven admiralen rond
om Michiel, afgebeeld op deze collage en
de band die er onderling was. We moeten
ons beperken. Allereerst is er dan Cornelis
Evertsen de Oude (1610-1666). Michiel en
hij schelen slechts drie jaar in leeftijd, ken
den elkaar als kinderen spelend aan de
Vlissingse waterkant, maar ook tijdens de
vele zeeslagen in de drie Engelse Oorlogen
en andere confrontaties met de vijand.
Mannen die in een 'geruisloos' samenwer
kingsverband een zeeslag aangingen.
Zo is er de in de geschiedschrijving meer
dere malen genoemde samenwerking van
Michiel en Cornelis in de Deense wateren
(1659-1660); De Ruyter en Evertsen als
zijn onderbevelhebber in de strijd tegen de
Zweden. De geschiedschrijver De Jonge
zegt hierover: 'al hetgeen sedert dien tijd
daar uerricht werd geschiedde onder aan
voering van deze voortreffelijke mannen'.
Een belangrijk resultaat was de verovering
van Nyborg. Tijdens een maaltijd aan boord
van het schip van De Ruyter schonk de
Deense koning aan Michiel en Cornelis een
gouden keten met gedenkpenning. Zo ver
bleef Cornelis in de jaren 1661 -1663 met
Michiel in de Middellandse Zee. Met enige
Hollandse en Zeeuwse schepen werden de
Barbarijse kapers aangepakt die veel scha
de toebrachten aan de Nederlandse koop
vaarders.
Luitenant-admiraal Cornelis Evertsen nam
aan de vooravond van de Vierdaagse Zee
slag afscheid van de Zeeuwse Statenleden.
Ook vice-admiraal Adriaan Banckert en
schout-bij-nacht Cornelis Evertsen de
Jonge (1628-1679) bevonden zich in zijn
gezelschap. Groot was het ongenoegen in
de Staten van Zeeland toen Holland weer
niet bereid was het opperbevel aan de
Zeeuwse luitenant-admiraal toe te kennen
indien De Ruyter iets zou overkomen. Er is
toen door de Zeeuwse bestuurders gedacht
aan de mogelijkheid om hun schepen on
der Cornelis niet bij de vloot te voegen.
Men krijgt de indruk dat Cornelis geen be
hoefte heeft gevoeld aan deze al zo lang
bestaande onverkwikkelijke discussie over
opvolging en rangorde mee te doen. Hij be
greep dat deze twist met het machtige
Holland geen zin had.
Aan de vooravond van de Vierdaagse Zee
slag, dit was op 21 mei 1666 nam Cornelis
afscheid van de Statenleden. Ook Adriaan
Banckert (1620-1684) en Cornelis Evert
sen de Jonge waren erbij. Zij werden aan
gespoord om hun courage te tonen en de
ere van dese provincie altoos voor ogen te
hebben. Cornelis Evertsen de Oude was
luitenant-admiraal op het vlaggenschip van
Zeeland, de nieuwgebouwde Walcheren.
Zoon Cornelis Evertsen de Jongste (1642-
1706) was kapitein op dit schip. Op 2 juni
1666 sloten zij zich aan bij de schepen van
De Ruyter. Op 3 juni, een week voor zijn
dood, schreef Cornelis de Oude zijn laatste
brief aan de Gecommitteerde Raden ter
Admiraliteit in Zeelandt. Op het einde van
de eerste dag van deze confrontatie met de
Engelsen, het was 12 juni, raakte Cornelis
in gevecht met de Engelse schout-bij-nacht
Harmann. Door de laatste kogel van het
zinkende schip van Harmann werd Cornelis
gedood. Met eenen zware kogel door mid
den geschoten, zoodat hij voor het oog van
sijnen zoon, Cornelis Evertsen de Jongste,
dood neder stortte. In een brief vertelt zijn
jonge, zwangere weduwe Johanna Ita over
het overlijden van haar man. Zijn stoffelijk
overschot werd in haar huis, dat stond in de
Palingstraat te Vlissingen, opgebaard.
Er is een brief die getuigt van de goede re
latie die er was tussen Cornelis en De Ruyter.
Anna van Gelder, de vrouw van Michiel de
Ruyter schreef aan Johanna Ita onder meer,
verstae met grote droefheyt van den heer
Cornelis Evertsen, Godt de Heere wil sijn
lieve vrouw en kinderen vertroosten. Groot
was alom de waardering voor deze zacht
moedige man. Hij heeft nauwelijks de kans
gehad aan te tonen dat hij het leiderschap,
de bekwaamheden en de klasse bezat van
Maarten Tromp en De Ruyter.
Johan Evertsen (1600-1666)
Ongetwijfeld hebben ook Johan en Michiel
elkaar al in hun jeugdjaren gekend. Zij
April 2007
15