scheelden slechts zeven jaar in leeftijd en in het kleine Vlissingen van die vroege zeven tiende eeuw kende iedereen elkaar. Het is niet mogelijk hier de vele 'wapenfeiten' van Johan aan te halen zonder de strijd en de verovering van de vele Vlaamse oorlogs schepen en kapers te noemen. Dit alles speelde zich af in een periode dat ook Michiel met kaperschepen van zijn reder Lampsins bij die strijd betrokken was. Een topper in dit verband was de Duinkerkse admiraal Jaques Colaert, 'capitan de capi- tanos' over alle Vlaamse oorlogsschepen. In februari 1636 wist Johan met in zijn ge zelschap onder meer Joost Banckert de schepen van Colaert met in zijn gezelschap de vice-admiraal Matheus Rombouts na een langdurig gevecht uit te schakelen en gevangen te nemen. Samen met meer dan 200 Vlaamse kapers werden beiden in Vlissingen aan de wal gebracht en 'de vreugde in het land was groot'. Van De Ruyter kan worden gezegd dat hij een goede en vriendschappelijke relatie had met de raadpensionaris van Holland Johan de Witt (1625-1672) en dat hij diens bevelen, ook waar het zeezaken betrof, on voorwaardelijk opvolgde. Dit was echter niet het geval aan de vooravond van de Tweedaagse Zeeslag in augustus 1666. Zo als hiervoor verteld is, was Cornelis Evert- sen twee maanden eerder gesneuveld en was zijn broer Johan, inmiddels luitenant admiraal van Zeeland, 66 jaar en voorna melijk werkzaam aan de wal. Hij wilde ech ter weer actief de strijd aan gaan en het Zeeuws eskader aanvoeren. Raadpensio naris De Witt had hiertegen grote beden kingen. Zonder schroom noemde hij Johan een man die moeite had orders op te vol gen. Valse beschuldigingen aan het adres van een uiterst bekwaam en onverschrok ken admiraal. Geschiedschrijvers hebben zich vaak achter De Witt geplaatst. Het was niemand minder dan Michiel de Ruyter die pleitte voor terugkeer op de vloot van Johan Evertsen, zich hiermee voor het eerst verzettend tegen de wensen van Johan de Witt. Op het admiraalsschip van Zeeland de 'Walcheren' voerde Johan tijdens de Twee daagse Zeeslag op 4 en 5 augustus 1666 zijn vlag. Hij kreeg van Michiel de opdracht de voorhoede aan te voeren. Tijdens dit zware zeegevecht tegen een sterke Engelse vloot werd hij al na enige uren getroffen door een kogel en werd hem een been af geschoten. De volgende ochtend vroeg, 5 augustus overleed hij. Het was de beken de historicus Warnsinck die een levens schets over Johan Evertsen afsloot met op te merken: 'Onder het gebulder van het ge schut heeft de meest eervolle dood hem uit zijn tragisch leven verlost en tevens hier mee aan alle belagers van zijn goede naam voorgoed het zwijgen opgelegd'. Adriaan Banckert (1620-1684) Van de bekwaamheden van de Zeeuwse admiralen heeft De Ruyter tijdens de drie Engelse oorlogen in ruime mate gebruik gemaakt. Er is niet veel vermeld over af spraken tussen Michiel en de latere luite nant-admiraal van Zeeland Adriaan Banc kert. Adriaan werd na de dood van zowel Cornelis als Johan Evertsen, als luitenant admiraal bij de Admiraliteit van Zeeland aangesteld. Tijdens de Derde Engelse Oorlog (1672- 1674) had Michiel de Ruyter zijn handen vrij, in die zin dat de gebroeders De Witt vermoord waren en hij zijn eigen beslissin gen kon nemen. In die oorlog werd de strijd op zee gevoerd tegen de geallieerde vloten van Engeland en Frankrijk. Zeeslagen waar in hij kon tonen wie hij als vlootvoogd was. Wilde men ook maar enige kans op succes hebben, dan moest worden getracht de Engelse schepen zoveel mogelijk geschei den te houden van de Fransen. Hierover werden door Michiel met Adriaan Banckert waterdichte afspraken gemaakt. Banckerts taak was de Fransen af te leiden en hen van het hoofdgevecht tussen de Engelsen en Nederlanders af te houden. Aan het es kader van Banckert waren enige schepen onttrokken die aan de hoofdmacht waren toegevoegd. Banckert zag kans de Fransen te beletten de Engelsen te ondersteunen. Dit afstand nemen van de hoofdmacht is 16 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2007 | | pagina 18