Wibaut bij zijn medebestuurders. In 1869 reisde hij met de kerkmeesters naar de bis schop om te praten over het plan voor een katholieke jongensschool. De school was tegen de zin van de Belgische loodsen die kerklid waren: ze zou concurreren met de school van het Belgisch Loodswezen. Raadslid ln juni 1876 werd Floor Wibaut met 102 van de 131 geldige stemmen gekozen in de gemeenteraad van Vlissingen. Voorafgaand aan de verkiezing had een voorstander van Wibaut bij veel kiezers een pamflet bezorgd met een oproep op hem te stemmen. Waarschijnlijk was dit overbodig en was ook de uitspraak in het pamflet dat Wibauts talenten genegeerd werden omdat hij ka tholiek was, onjuist. De waardering voor Wibaut moet groot zijn geweest en juist hij had veel contacten met de niet-katholieke burgerij, in 1879 werd hij herkozen met 193 van de 240 stemmen. Verder zetelde Wibaut in de 'Commissie van toezigt op het vervoer van landverhuizers te Vlissingen', vanaf 1880 als voorzitter. Als raadslid voerde Wibaut niet vaak het woord. Meestal stemde hij met de meerder heid mee, al naar gelang de kwestie was. Deze meerderheid was overigens steeds anders samengesteld, want partijen waren er nog niet. Enkele malen lanceerde hij ini tiatieven die ten goede kwamen aan de 'ge wone man': in 1876 loonsverhoging voor de nachtwakers en voor de havenwerkers woningbouw dichtbij de havens, ln 1880 steunde hij krachtig loonsverhoging voor de ambtenaren ter secretarie - een loons verhoging voor de leraren in het middel baar onderwijs (1877) steunde hij niet. Wibaut stemde vóór de beperking van het aantal tapperijen maar tegen het opheffen van de kermis - die zou vanzelf wel uitster ven, dacht hij. Overlijden Op 5 april 1881 overleed Floor Wibaut na een kort ziekbed. Hij was 64 jaar en nog volop bezig met zaken en het bevorderen van het belang van de stad. Hadden al zijn plannen, ondernemingen en functies teveel van hem gevergd? Tekenend is dat hij na het afscheid van zijn gezin, de burgemees ter en de directeur van De Schelde wilde spreken om hen 'nog eens de belangen van Vlissingen als op het hart te drukken'. Bij zijn begrafenis werden zijn scherpzinnige en ruime blik op economisch gebied geroemd en zijn 'vermogen om sommige discus- sien af te snijden, of zoodanig te leiden om vrede en vriendschap te bewaren, maar ook vooral om ieder besluit aan het alge meen belang dienstbaar te maken'. De zoons van Wibaut traden in zijn voet sporen. Frans (1856) zette de brandstof- fenhandel voort en volgde zijn vader op als raadslid tot zijn overlijden in 1902 - ook hij was commissaris bij De Schelde en lid van de Kamer van Koophandel. Clemens (1853) was bankier en vice-consul voor Oostenrijk-Hongarije in Vlissingen - zijn bank werd in 1916 overgenomen door de Nationale Bankvereeniging. Floor jr. (1859) werd directeur van de Houthandel Alberts en verhuisde in 1904 naar Amsterdam waar hij in 1914 wethouder werd. Ook de twee dochters van Wibaut kwamen buiten Zeeland terecht, zijn weduwe overleed in 1895 in Vlissingen. Naschrift: Het onderzoek t.b.v. dit artikel werd bekostigd door O.C.M. Wibaut te Eindhoven. Bronnen De Archieven van de Gemeente Vlissingen, het R.K. Arm- en Weesbestuur te Vlissingen, de R.K. kerk te Vlissingen, de Kamer van Koophandel te Vlissingen (alle in Gemeentearchief Vlissingen) en van Houthandel Alberts te Middelburg (in het Zeeuws Archief te Middelburg). - J.C. Dekker 'F.M. Wibaut en de houthandel Alberts, 1876-1914' in: Archief v/h Kon. Zeeuws Genoot schap der Wetenschappen 2002, p. 6-68 - L.C. Heijboer, Vlootlijst rederij Wibaut (niet geheel volledig) (1997; Gemeentearchief Vlissingen) - F.M. Wibaut Levensbouw. Memoires (Amsterdam, 1936) Vlissingsche Courant 8 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2007 | | pagina 10