de eeuw ook de stad Utrecht. Steeds meer
verschillende Hollandse steden worden
rechtstreeks aangedaan, een indicatie voor
de ontwikkeling van het almaar fijnmaziger
waterwegennet. In veel mindere mate wordt
Staats-Brabant aangedaan, en dan nog
voornamelijk Bergen op Zoom, maar nau
welijks 's-Hertogenbosch. Ook steden in de
overige provincies komen niet of slechts
een enkele keer voor. Dit is niet verwon
derlijk omdat de Belgische steenhandel op
de Oostelijke en Noordelijke steden van de
Republiek natuurlijk makkelijker vanuit
Namen, over de Maas, Waal en IJssel geor
ganiseerd kon worden. Dordrecht was de
belangrijkste stapelplaats van Naamse
steen.
Hoe verging het de steenhandel op Vlis
singen? In alle even jaren van 1642-1706
komt Vlissingen in de boeken niet voor met
blauwsteen, uitgezonderd een enkel schip
in 1660, 1662, 1670 en 1692. In dat laat
ste jaar voer ene Claas Dirckse met een
schip vol blauwsteen ter waarde van wel
540 guldens/90 Vlaamse ponden op Vlis
singen.
De andere jaren waren het slechts kleine
ladingen van gemiddeld 38 guldens/6'/2
Vlaamse pond. Voor de jaren 1708-1736 is
het vervoer van blauwsteen naar Vlissingen
niet na te gaan, omdat ook Zeeland als be
stemming werd opgevoerd. In de rest van
de achttiende eeuw zien we ook dat het
transport op Vlissingen door niet-poorters
nauwelijks voorkomt; vanaf 1770 worden
in de even jaren geen transporten op
Vlissingen genoemd.
Marmer dat bestemd was voor Vlissingen
werd al helemaal niet in de tolrekeningen
teruggevonden, slechts in 1740 ging er een
schip met 15 Vlaamse ponden aan 'blauwe
steen en marmer' naar deze stad.
Dit in tegenstelling tot Middelburg waarnaar
de transporten bescheiden, maar redelijk
constant waren en gestaag groeiden tot het
piekjaar in 1768. (Dat jaar geeft acht sche
pen met een totale waarde aan blauwsteen
van 3.373 Hollandse guldens/circa 562
Vlaamse ponden).
Stel dat dit allemaal vloerstenen waren ge
weest: voor dat totale bedrag had een
steenhandelaar in die jaren 3.373 'Namen-
se' vloertegels van 2 voet bij 2 voet kunnen
inslaan of het dubbele aantal 16 duims
vloerstenen.5
De schommelingen in het blauwsteen
transport zijn goed vergelijkbaar met de
economische conjunctuur en bijzondere ge
beurtenissen, zoals oorlogen. De meest op
vallende gebeurtenis rondom de toipost
van Fort Lillo was natuurlijk de bezetting in
1747-1748 van het fort door de Franse
troepen, tijdens de Oostenrijkse Successie
oorlog (1740-1748). Na de Vrede van
Scheepvaart voor Fort Lillo
(Particuliere collectie)
12
Den Spiegel