Zo bleek het niet mogelijk directe informa tie uit de tolrekeningen te destilleren, in de vorm van harde aantallen stuks steen of voorkomende afmetingen van stenen. Juist ook de afmetingen zijn een indicatie voor het gebruik als vloersteen. Van de vermel de 'blauwe steen' werd echter enkel de to tale waarde genoemd. Terwijl gebakken plavuizen, tuimelaars en dergelijke wel regelmatig in de rekeningen werden vermeld, kwamen blauwe vloerste nen in de rekeningen niet voor. Enkel in 1754 wordt een partij uloerstenen (naar Nijmegen) genoemd. Hoewel vooral blauwsteen, maar ook mar mer, voor veel zaken toepasbaar is, konden een aantal toepassingen van natuursteen alvast worden uitgesloten, omdat ze apart geregistreerd werden: gebeeldhouwde 'pos turen' van marmer of andere steen, tuinva- sen, marmeren schouwen en dergelijke werden apart gemeld. Ook straatsteen was een aparte categorie; of dit baksteen, blau we steen of porfier betrof, viel niet op te maken. Zo kan ervan worden uitgegaan dat het op getekende marmersteen of blauwe steen, ruw dan wel bewerkt, bestemd was voor toepassing in de bouw waaronder kade- werk, gevelwerk, stoepwerk, grafzerken en ook interieurtoepassingen. Bovendien: de vermelde natuursteentrans porten kunnen geen volledige afspiegeling Kaart met de forten Lillo en Liefkenshoek aan de Westerschelde, ca. 1700 (Historisch Topografische Atlas Gemeentearchief Vlissingen) 14 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2007 | | pagina 16