side bij Newcastle. Drie schepen strandden
in of op weg naar de Oostzee.
Welvaart door nieuwe haven en spoorweg
De welstand van de in de Walstraat wonen
de Floor Wibaut kennen we slechts vanaf
1866: vanaf dat jaar zijn de boeken met
daarin de hoofdelijke omslag, de gemeen
tebelasting, bewaard. In dat jaar verdiende
Wibaut zo'n 3.900,per jaar (d.w.z. tus
sen 3.600,en 4.200,evenveel als
twee marineofficieren. Slechts zes inwoners
van Vlissingen hadden dat jaar een hoger
inkomen dan dit drietal: de burgemeester,
een predikant, brandspuitenfabrikant Van
der Os, twee andere officieren en een nota
ris. Vanaf 1867 tot en met 1872 werd
Wibaut bij een lagere belastingklasse inge
deeld: die met 3.300,als 'midden
term', oftewel met een jaarlijks inkomen
tussen 3.000,en 3.600.
Het is waarschijnlijk niet toevallig dat
Wibauts jaarinkomen in 1873 weer rond de
3.900,lag en in 1875 rond de
4.600,Dat bleef het tot het jaar vóór
zijn dood, 1880, toen hij in de categorie
met 4.950,als 'middenterm' terecht
kwam. Op dat moment waren er (weer)
Florentinus Wibaut
(uit: F.M. Wibaut, Levensbouw)
maar zes Vlissingers met een hoger inko
men dan hij: burgemeester en oprichter van
De Schelde Arie Smit, twee notarissen, een
arts, een inspecteur van het loodswezen en
een aannemer.
In het jaar 1873 kwamen immers de haven
werken van Vlissingen, het Kanaal door
Walcheren en de spoorweg naar Roosen
daal gereed. Vlissingen ging betere tijden
tegemoet vergeleken met de slechte jaren
na de opheffing van de marinewerf in 1868
toen het inwonertal met zo'n duizend was
gedaald. Vanaf 1873 had Vlissingen een re
delijk goede verbinding met het achterland,
vooral met het opkomende Ruhrgebied in
Duitsland, al was het spoor nog maar en-
kelspoor. Even was de stad de enige direct
voor zeeschepen te bereiken Nederlandse
haven: tot 1876 toen Amsterdam via het
Noordzeekanaal bereikbaar werd. Vanaf
1882 was ook de Nieuwe Waterweg naar
Rotterdam geschikt voor grote zeeschepen.
De aanleg van kanaal, haven en spoorweg
was al sinds de jaren 1840 bepleit door de
Middelburger Dronkers, maar kon alleen
met steun van het Rijk gerealiseerd worden.
De Vlissingse Kamer van Koophandel had
zich vanaf tenminste 1853 achter die plan
nen opgesteld. Over haar rol in de tien jaar
voor er daadwerkelijk met de grote werken
werd begonnen is weinig bekend: de notu
len van de Kamer van na 1857 zijn niet be
waard. Floor Wibaut was lid van de uit ne
gen leden bestaande Kamer sinds 1852,
toen een reglementswijziging bepaalde dat
kiesgerechtigde handelaren en fabrikanten
voortaan de leden van de Kamers zouden
kiezen. In 1869 deed de Kamer, waarvan
Wibaut inmiddels voorzitter was, een be
roep op kapitaalbezitters om aandelen te
nemen in de Koninklijke Nederlandse
Stoomboot-Maatschappij, die na het ge
reedkomen van de nieuwe spoorweg een
lijndienst van Vlissingen naar Amerika wil
de beginnen. Die dienst kwam er overigens
niet, wél werd in 1874 de Reederij Stoom
vaart Vlissingen-Engeland opgericht waar
van Wibaut commissaris werd.
De nieuwe functie van Vlissingen als over
slag- en passagiershaven was gunstig voor
Wibauts brandstoffenhandel. De schepen
Juli 2007
5