De bijdrage van Van Mansvelt in het vriendenboek van Bellamy familieverbanden maakt vaak veel andere zaken duidelijk. Ook Betje Wolff schrijft na melijk over Francina (Fransje) Baane. Na de dood van het echtpaar Sifflé komen de Bellamiana in handen van de familie Loeff. De gemeenteraad komt twee dagen later, op 24 juni bijeen. Onder punt 11 staat de mededeling dat ds. Loeff uit Dordrecht de stad Vlissingen 'eenige Bellamiana ten ge schenke wenscht aan te bieden.' De raad hoeft niet lang na te denken: 'Wordt onder teekenen van bijval besloten den gever daarvoor te betuigen.' Het is duidelijk dat iedereen blij is met Bellamy. Een jaar later zullen, nadat de Koopmanshaven is ge dempt, de kades rondom deze voormalige haven worden omgedoopt in Bellamypark. Helden Gaan we terug naar het jaar 1784. Jacobus Bellamy bevindt zich al twee jaar in Utrecht waar hij theologie studeert. Zoals we zagen heeft het stadsbestuur besloten Bellamy te vereren met de hierboven genoemde boe ken. Uit het handschrift van Lambrechtsen valt te lezen dat Bellamy de stad Vlissingen een exemplaar van zijn Vaderlandsche Gezangen geschonken heeft. Het boek kent negen stukken, waarbij het laatste en ne gende deel is gewijd aan Vlissingen, vrien din Fransje en het Vaderland. Mijn moederstad, ik wijde aan u mijn lied, Een lied uan u! - gij zult mij gunstig hoo- ren! Ge ontzegt die eer aan eenen dichter niet, Uit uwen schoot geboren! O Kindsche tijd, ik denk aan u met vreugd! Gij leerdet mij reeds Vlissingen 's grootheid kennen En 't speelend hart van mijne ted're jeugd Der dapperheid gewennen! Het boek wordt opgedragen aan Vlissingen met de titel Vaderlandsche Gezangen, van Zelandus. Zelandus is de schuilnaam waar Bellamy zich van bedient. Het titelblad is gesierd door een prachtig vignet met de dichter en de vrijheid, met in haar hand, hoed, speer en lier. Op de achtergrond zien we de duinen en de zee, een Walchers tafe reeltje. Daarboven een vignet met putti die Hercules (dapperheid) en Mercurius (koop handel) verbeelden. Samen dragen ze het wapen van Vlissingen: de fles. In de perio de juni 1782 tot december 1783 had Bellamy in negen kleine bundeltjes van 14 tot 16 bladzijdes, die elk vier stuivers kost ten, deze gedichten uitgegeven. Een van die gedichten handelt over de Franse kaper Jarry uit Nantes, die met een Zeeuwse ka perbrief op zak 'met groote stoutmoedig heid veel buit haalde'. Tot hem in januari 8 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2007 | | pagina 10