Hij werd begraven aan de Koudekerkse-
weg, waar zijn graf nog altijd te vinden is.
Zijn naam leeft voort als straatnaam:
Hobeinstraat.
Om in het slepende conflict een beslissing te
forceren, viel een Frans leger in november
1832 België binnen en belegerde de Citadel
van Antwerpen. Begin december slaagden
de Fransen er in bij de Kruisschans een bat
terij te plaatsen. Schout-bij-nacht Lewe van
Aduard besloot die met zijn schip, de
Euridice, onder vuur te nemen. Bij die ope
ratie werd hij op 12 december door een ka
nonskogel dodelijk aan het hoofd geraakt.
Zijn stoffelijk overschot werd naar Vlissingen
overgebracht en daar in 's landsmagazijnen
geplaatst. Op bevel van Gobius werd er een
schildwacht bij gezet.
Op 31 december was de begrafenis met alle
mogelijke militaire eerbewijzen. Om 8 uur
werden op de marineschepen en alle rijks
gebouwen de vlaggen halfstok gehesen en
op de rede saluutschoten afgevuurd.
Van de Minerva gingen alle officieren,
schrijvers en doktoren, gevolgd door de
mariniers en overige schepelingen, naar de
wal om Lewe van Aduard de laatste eer te
bewijzen. Om 12 uur werd betrokkene met
militaire eer begraven. Toen de plechtig
heid was afgelopen gingen de vlaggen weer
in top.
Het grafmonument van jonkheer Jan Evert
Lewe van Aduard bevindt zich nog altijd
aan de Koudekerkseweg.
Slot
In dit artikel is beschreven met welke pro
blemen de marine tijdens het eerste jaar van
de Belgische opstand werd geconfronteerd.
Die waren niet gering. Min of meer onver
wachts werd een groot aantal schepen op de
Westerschelde ingezet. Die moesten worden
bemand, bevoorraad en onderhouden of
hersteld van opgelopen schade.
Vlissingen speelde daarbij een cruciale rol,
er was een groot magazijn, een scheepswerf
en een hospitaal. Het wachtschip leverde
manschappen, om het even of het ging om
een begrafenis, het laden en lossen van
schepen of werkzaamheden op de werf.
Aan Vlissingen is deze periode niet onop
gemerkt voorbijgegaan. Voortdurend lagen
op de rede of in de Dokhaven schepen
waarvan de equipage in de stad passagier
de. De bevolking werd regelmatig gecon
fronteerd met leed in de vorm van gewon
den- of ziekentransport en militaire
begrafenissen. De aanwezigheid van veel
schepelingen veroorzaakte de nodige over
last, aan de andere kant zorgden zij, zeker
in de cafés, voor extra inkomsten. Ook zal
menige Vlissinger een inkomen hebben ge
had door het vele werk op de werf. De
plaatselijke economie kreeg ongetwijfeld
een impuls bijvoorbeeld door de levering
van levensmiddelen, hout, ijzerwaren, zeil
doek enzovoort.
Het heeft niet aan de inzet van de marine
gelegen, dat Koning Willem I tenslotte ak
koord moest gaan met de hem door de gro
te mogendheden opgedrongen vredesvoor
stellen. Integendeel, de marine heeft haar
taak op uitstekende wijze uitgevoerd.
Bronnen:
Nationaal Archief:
Scheepsjournalen Kon. Marine
Ministerie van Marine Geheim Archief 1813- 1844
Verbaal Archief Ministerie van Marine
Stamboeken Marine 1813-1940
Aanhangsel Marine Archief
Archieven Loodswezen en Marinestoomvaartdienst
Zeeuws Archief:
Rechterlijke Archieven 1796 - 1838
Diverse Middelburgse Couranten
Nederlands Instituut voor Militaire Historie:
Diverse documentatie
Zeeuws Documentatiecentrum:
Middelburgsche Courant 1830/1831
Literatuur:
J.C. Koopman, Zijner Majesteits Zeemagt uoor
Antwerpen, 1830, Utrecht 1853
H.P. Winkelman, Geschiedkundige plaatsbeschrijuing
uan Vlissingen, Vlissingen, 1873
Met dank aan mevrouw A. van Waarden-
Koets van het Zeeuws Archief te Middel
burg.
Januari 2008
13