T HET VOORMALIG DIRECTEUR- EN SOMMANDANT-HUIS DER MARINE EN DE TONNEBRUG. TE VLISSINGEN. Het Admiraalshuis aan de Dokkade, ca. 1880 (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen) naar Vlissingen te koersen. Na het ontsche pen van een aantal zieke schepelingen (scheurbuik), kreeg de commandant bevel naar Antwerpen te varen en post te vatten voor Lillo. De Komeet arriveerde daar op 25 september en trof er Kanonneerboot 2 (bekend door Van Speijk) aan. Later volg den onder andere nog de Amphitrite, Gier, Kemphaan, Medusa, Proserpina en een aantal kanonneerboten. Eind september 1830 verzocht de Gouver neur van Zeeland aan de marinecomman dant in Vlissingen enige gewapende vaar tuigen op de Westerschelde te posteren om te voorkomen dat opstandelingen naar Zuid-Beveland zouden oversteken. Die had echter alle in de regio beschikbare vaartui gen al naar Antwerpen gestuurd en wachtte op versterking onder andere uit Indië en de Middellandse Zee. Om de gouverneur toch tegemoet te komen, dirigeerde de marine staf een viertal kanonneerboten vanuit Hellevoetsluis naar de Scheldestad. In de loop van de herfst werd de scheepsmacht op de Schelde nog verder uitgebreid. In ja nuari 1831 waren één fregat, vier korvet ten, één brik en dertien kanonneerboten in gezet, van de kanonneerboten deed er één dienst als quarantaineschip bij Ramme- kens. Bemanning De bemanning van de in Vlissingen en op de Westerschelde gestationeerde schepen werd regelmatig aangevuld. Het wachtschip Minerva had daarbij een spilfunctie, nieuw personeel kwam daar aan boord en werd van daaruit over andere schepen verdeeld. Iedereen, die op de Minerva aanmonsterde, werd genoteerd op de monsterrol, een re gister waarin onder andere de aan boord en aan de wal gedane betalingen en gemaakte schulden werden geregistreerd. Ook het tijdvak van dienst werd er in bijgehouden. Op de monsterrol uit november 1830 staan 4 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2008 | | pagina 6