werd in november 1830 door J. Loois voor
340,-- aan bier geleverd, P. Lagaaij le
verde brood en vlees.
Van de verstrekte levensmiddelen werd
door victualiemeester aantekening gehou
den en geregeld werd aan het departement
in Den Haag een 'Staat der levensmiddelen
te Vlissingen' gezonden. In juli 1831 werd
daarbij opgemerkt, dat bepaalde hoeveel
heden kaas niet aanwezig waren wegens
uitdroging of vermijting.
Ook kleding werd verstrekt. In november
1830 leverde de Minerva aan de Kanon
neerboten 4 en 10, vijftig jekkers, lakense
broeken, wollen kousen, schoenen, onder
broeken en hemden. Met het oog op het
aanstaande winterseizoen verzocht Gobius
aan het Departement van Marine om aan
vulling van de voorraad winterkleding.
De kledingverstrekking verliep zo snel, dat
Gobius in april 1831 weer een aanvraag in
diende.
's Landsmagazijnen leverden de nodige
scheepsbehoeften: ankers, hangmatten,
kettingen, kruit, touw, vlaggen, zeilen, kort
om alles wat nodig is om een oorlogschip
varende te houden. Door de Minerva werd
zonodig een laad- en losploeg geleverd.
Assistentie
De bemanning van het wachtschip werd
ook ingezet bij hulp aan andere schepen en
op de marinewerf. In oktober 1830 hielp
een aantal manschappen bij het lossen van
kolen uit het stoomschip Suriname, in de
cember werd volk op de werf ingezet om
het tuig van de Javaan af te nemen en
voorwerpen naar het magazijn te brengen,
de zeilmaker hielp bij de verwerking van de
zeilen.
In februari 1831 deden Minervianen dienst
als roeiers bij het overbrengen van militai
ren uit Middelburg van de Westhaven naar
Cadzand.
Ceremonieel
Ceremonieel speelde een belangrijke rol.
Op verjaardagen van het Koninklijk Huis
gingen de vlaggen in top, bijvoorbeeld op
28 februari 1831, de verjaardag van prins
Willem Frederik Karei, admiraal der vloot.
In een order werd bepaald, dat die ver
jaardag met de meeste plechtigheid moest
worden gevierd. Behalve de gewone vlag
en geus wapperden aan de grote mast de
Hollandse, aan de voormast de Pruisische
en aan de kruistop de Russische vlag.
Officieren en equipage verschenen in groot
tenue voor de parade (appèl), waarbij drie
maal 'Lang leve de Prins' werd gejoeld. Na
het verstrekken van een extra borrel werd
deze dag verder met gepaste vrolijkheid
gevierd.
Ook bij de verjaardag van prinses Louise,
de vrouw van prins Frederik, werd uitge
breid gevlagd.
Op 18 november 1830 werden na de para
de, vlag en geus gehesen en ging de Hol-
landsche vlag in top voor de verjaardag van
H.M. de Koningin. Het volk kreeg een extra
oorlam, maar moest de rest van de dag wel
levensmiddelen sjouwen.
Uitgebreid ceremonieel kwam ook aan bod
bij het bezoek van een lid van het Konink
lijk Huis of een hooggeplaatste officier. Als
vice-admiraal Gobius de Minerva bezocht,
kwam de wacht met speciale eerbewijzen in
het geweer. Bij een bezoek van Gobius aan
de Meermin werden vijftien saluutschoten
gelost, die in het journaal van de Minerva
werden vermeld.
Hoogtepunt was het bezoek van Prins Fre
derik op 20 en 21 mei 1831. De beman
ning kreeg opdracht zich in net tenue te
kleden, de officieren gingen met de vice-
admiraal naar de werf om de prins te ont
vangen. De volgende morgen werden vlag
en geus gehesen, om 7 uur kwam de prins
aan boord. Na de parade werd de 'mars ge
slagen' en defileerde het volk voor de hoge
gast. Een matroos, die bij Philippine had
gevochten en geen beloning had gekregen,
bood een (vooraf goedgekeurd!) verzoek
schrift aan, waarna de prins de Minerva
verliet.
Ook het voorlezen van een bijzondere dag
order gebeurde met het nodige ceremoni
eel. Op 10 februari 1831 werd een verslag
over de dood van Ltz. Jan van Speijk (dan
liever de lucht in..!) voorgelezen, de be-
Januari 2008
7