Te Wapen...! Maritiem Vlissingen in de jaren 1830/1831 Jules Braat In het laatste decennium van de vorige eeuw is Joegoslavië in verschillende onafhankelijke staten uiteengevallen, een proces dat tot op heden (denk aan Kosovo) nog niet is afgerond. Een soortgelijke ontwikkeling deed zich ruim 170 jaar geleden in onze contreien voor tijdens de Belgische opstand. Die was wel minder bloedig van aard, maar eiste toch ook de nodige slachtoffers en trok diepe sporen van verdeeldheid tussen Nederlanders en Belgen. Dit artikel besteedt aandacht aan het optreden van de marine in Vlissingen in de periode september 1830 tot medio augustus 1831 toen, na de Tiendaagse Veldtocht, door Engelse bemiddeling een wapenstilstand werd gesloten. Het begin Na de val van Napoleon besloten de grote mogendheden de vroegere noordelijke en zuidelijke Nederlanden tot één staat samen te voegen en werd Willem I in 1815 als ko ning ingehuldigd. Al vrij spoedig na die inhuldiging, ontston den in het zuiden problemen. Verschillen in godsdienst, taal, cultuur, financiën en het autoritaire optreden van Willem I, veroor zaakten daar ontevredenheid, die op den duur uit de hand liep. Eind augustus 1830 werd in de Munt schouwburg te Brussel de opera La Muette de Portici opgevoerd, waarbij het na afloop tot rellen kwam. Het was het begin van een onafhankelijkheids-beweging, die leidde tot het uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en de stichting van de staat België. Koning Willem I liet de ongeregeldheden niet over zijn kant gaan. Hij probeerde uit alle macht zijn koninkrijk te redden en zet te leger en marine in. Het spreekt vanzelf, dat Vlissingen bij het laatste een belangrij ke rol speelde. De situatie in Vlissingen Rond 1830 had Vlissingen bijna 7000 in woners. Middelen van bestaan waren onder andere handel, visserij, kleine industrie en diverse ambachten zoals kleermaken, kui pen, loodgieten, metselen, smeden en zeil- maken. Verder was er een marinewerf en marinebasis. Vice-admiraal O.W. Gobius (1758 - 1843) was in 1814 benoemd tot di recteur van de werf en commandant van de marine. In oktober 1830 werd hij ook com mandant van de vesting Vlissingen, in de cember kreeg hij toestemming als opper bevelhebber de admiraalsvlag te voeren. Hij woonde in een huis aan de Dokkade, het zogenaamde Admiraalshuis. In de Dokhaven lag het wachtschip Miner va, dat tijdens de woelige dagen een be langrijke rol speelde. Het deed onder ande re dienst als marinekazerne, opleidings- en bevoorradingscentrum, aan boord werd krijgsraad gehouden, kortom het vervulde allerlei functies. In september 1830 stond de Minerva onder commando van kapitein ter-zee Spengler, de equipage telde op dat moment 5 officieren, 14 onderofficieren en 43 korporaals en manschappen. Inzet marine Bij het begin van de ongeregeldheden lag Zr.Ms. Fregat Euridice onder bevel van ka- pitein-ter-zee Lewe van Aduard in Ant werpen. De scheepsmacht werd snel uitge breid onder andere met het korvet Komeet, dat na een reis van vijfeneenhalve maand uit de Oost op 18 september voor Vlis singen aankwam. Bij de Engelse kust had het via een Nederlandse loodsboot op dracht gekregen inplaats van naar Texel, Januari 2008 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2008 | | pagina 5