W
Het vernieuwde epitaaf, onthuld op 13 maart
2007. (Fotocollectie R. Rijken te Koudekerke)
rode vloeistof. Mocht men ooit de nieuwe
steen doorzagen dan zullen de rode aders
in het binnenste doorlopen.
In 2006 werden zowel de restauratie als de
renovatie voltooid. Het ornament werd in
de winter van 2006-2007 teruggeplaatst in
de muur, op een nieuwe plek in de kerk. Op
13 maart 2007 werd het ornament voor ge
nodigden onthuld.
Koopman en regent
Is dit monument de ijdelheid van een dode?
Er is geen testament bewaard van Jan
Lambrechtsz. Coole. We zullen daardoor
waarschijnlijk nooit weten welke verwach
tingen of laatste wensen hij heeft achterge
laten omtrent zijn begrafenis. Gezien zijn
persoonlijk devies7 valt vast te stellen dat
hij een dergelijk monument wel bijzonder
werelds had gevonden. Maar wat voor gro
tere eer hadden zijn tijdgenoten kunnen be
wijzen aan een man die in zijn tijd, naar
verluid, zo veel betekend had voor stad en
handel? Weinig meer dan het epitaaf dat in
zijn nagedachtenis werd opgericht.
Wat weten we nu nog over de 'wijze Coo-
lenius', zoals hij staat aangeduid op de bo
venste tekstplaat van het monument? Vol
gens de auteur van de tekst wist Coole zeer
goed 'dat de wereld niets is dan een ijdele
droom der dingen, en dat de schatten, die
tevergeefs opgehoopt worden, vergankelijk
zijn.' Dat hij zelfs gezegd heeft: 'Alles is op
schik.' En, vervolgt de auteur: 'Hij kon in
waarheid weten, dat alles opschik is, die in
waarheid wist, dat de wereld niets is.'8
Hoe wist hij dit zo zeker? Had hij zelf die
wereld buiten Vlissingen aanschouwd? Er
bestaat een vermelding dat hij als jonge
man gevaren had, maar naar bekend is,
komt dat niet van een tijdgenoot en zonder
veel uitweiding over zijn belevenissen.
Had hij kennis van de wereld buiten de ha
ven- en vestingstad waar hij het grootste
deel van zijn leven moet hebben door
bracht? Ja, zonder twijfel. Met elk schip dat
terugkwam in de haven, uit oorden als de
verre Amerika's, Azië, Australië, de noor
delijke ijszeeën; alle ontdekkingen uit de
'nieuwe werelden' die mee terug werden
genomen naar Vlissingen, moet hij wel een
keer onder ogen hebben gehad. Coole was
niet alleen lange tijd één van de belangrijk
ste regenten van de stad; hij was in de eer
ste plaats ook een van de bewindhebbers
van de toen nog jonge Oost-Indische Com
pagnie en investeerder van expedities naar
12
Den Spiegel