Vlissingse voorzangers en voorlezers voor het voetlicht Ad Tramper In de Hervormde kerk van weleer bestonden vele functies. 'Baantjes' die tegenwoordig overbodig zijn. Zo kon je in de hervormde kerken van Vlissingen o.a. voorzangers, voorlezers, klokluiders, schoonmakers, deurwachters, 'kinderstilders', en hondenwachters tegenkomen. Vaak werden verschillende functies door één persoon uitgeoefend. In dit artikel wil ik me beperken tot de voorzangers en voorlezers. Een apart slag, die vaak met enige moeite in het gareel waren te houden. Wat werd er van hen verwacht, wat verdienden ze, wie kwamen in aanmerking voor deze functies en hoe was de verhouding tot de kerkenraad, zijn een paar vragen die hierbij aan bod komen. Inleiding Na de Kerkorde van Wezel in 1568 vindt men voor voorzangers en voorlezers niets meer vermeld in de kerkordeningen. Bij de Kerkorde van Wezel was het nog zo gere geld dat alleen lidmaten in aanmerking konden komen als voorzanger en voorlezer. De vraag werpt zich op of ook in latere tijd hieraan werd vastgehouden en dan speci fiek in de Vlissingse situatie. Van Holland weten we dat dit zeker niet het geval was. Bij de Classis Haarlem waren er in 1608 zo veel voorzangers die geen lidmaat waren, dat de Classis het nodig vond dit aan te kaarten bij de Noordhollandse Synode. Een combinatie van schoolmeester, voorlezer en voorzanger lag voor de hand en kwam dan ook veel voor. De voorzanger en voor lezer van de Waalse kerk, David Haultin was van 1638 tot 1645 tegelijk school meester, koster en voorzanger. Toch zou de functie van bijvoorbeeld armenschool- meester en voorzanger bij de Nederduitsch Hervormden pas laat in de achttiende eeuw officieel worden gecombineerd. Vroegste aanstelling voorlezer Op 27 mei 1580 wordt de schoolmeester Albregt Pietersen aangesteld als voorlezer in de Sint Jacobskerk. Van 1578 tot 1584 was deze persoon ook nog eens koster in de Sint Jacobskerk. Overigens sprak men na 1572 over de Grote Kerk. Dat voorlezen was eigenlijk de taak van de ouderlingen, maar deze lieten nogal eens verstek gaan om aan het begin van de kerkdienst als voorlezer op te treden. Precies op tijd be ginnen met de kerkdienst, bleek een pro bleem te zijn. Begin 1580 is de maat blijk baar vol want het kerkvolk wordt door de kerkenraad opgeroepen om op tijd te ko men, zodat men kan beginnen 'als de clock verlaten is'. Ook de ouderlingen die voor de preek uit de bijbel moeten lezen worden de duimschroeven aangedraaid. Een ouderling wiens beurt het is om te lezen, die verstek laat gaan, krijgt een boete van 6 grooten Vlaams (15 cent). Ook de dominee wordt er op gewezen op tijd op de preekstoel te staan, in ieder geval eer het 'capittel uut is'. Zo niet dan moet hij een schelling betalen. (30 cent). Ruim een jaar later is het nog steeds hetzelfde liedje: 'd' ouderlingen zeer qualick t' allen tijden ende insonderheyt in de weeke vaceeren comen tot het lesen in de kercke...' Dat de schoolmeester hier voor werd gevraagd was een logische keu ze. Van hem kon je tenminste verwachten dat hij niet al te veel moeite had met het le zen, iets wat bij de ouderlingen soms nog maar de vraag was. Abraham de Pijl en Adam de Smit Bij de vergadering van 9 november 1630 wordt Abraham de Pijl gekozen als voor- April 2008 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2008 | | pagina 21