tiergranaten in augustus 1809. In de perio
de daaraan voorafgaande was in opdracht
van de Fransen het kerkgebouw onttrokken
aan de eredienst en geschikt gemaakt voor
de huisvesting van militairen. Grote hoe
veelheden opgeslagen stro en hooi, onmis
baar voor het voederen en de verzorging
van de vele paarden en de huisvesting van
manschappen, zorgden er voor dat de oude
kerk zeer brandgevoelig was.
Daarmee was de teloorgang van het kerk
gebouw nog niet voltooid. De Engelse in
vasie van Walcheren en Zuid-Beveland die
in 1809 plaatsvond, had als voornaamste
doel Antwerpen te veroveren om op deze
wijze Napoleon een zware slag toe te bren
gen. Uiteindelijk mislukte deze expeditie
zodat de Fransen na een onderbreking van
enkele maanden in december 1809 weer
terugkeerden in de stad.
Na de brand waren de muren van het ge
bouw nog overeind gebleven maar:
'op order van den Major der fransche Genie
l'Amij genaamd, eigendunklijk zijn afge
broken, de steenen genaderd, mitsgaders
al de arduinsteenen, die zig op, en in de
muuren nog bevonden'.
Deze arduinstenen werden vervolgens her
gebruikt bij de aanleg van de nieuwe forti
ficaties en de verbetering van bestaande
vestingwerken in Vlissingen waarvoor de in
toorn ontstoken Franse keizer Napoleon
opdracht had gegeven. Het is mogelijk dat
de natuurstenen van de poort met het jaar
tal 1811 in het Keizersbolwerk afkomstig
zijn van het voormalige Waalse kerkge
bouw.
Na het weghalen en hergebruik van de na
tuurstenen uit de overgebleven restanten
van de kerk veroorzaakten de Franse troe
pen nog verdere schade. Dit keer werd het
gebouw verder aangetast door een op
dracht van de Franse marine om:
'verscheidene kookhokken, ten dienst van
de Equipagien uitrusting en bevoorra
ding) der Schepen van Oorlog te plaatsen,
daartoe gaaten in de muur ter zijde, voor de
ingang in die hokken te maken, die er zig
nog actueel op bevinden'.
Op 6 mei 1814 verlieten de laatste Fransen
de berooide en verpauperde stad. Gedwon
gen financiële bijdragen en de inkwartiering
van Franse soldaten, de invoering van het
Continentale Stelsel, de watersnoodramp
van 1808 en de grote verwoestingen door
de Engelse bombardementen van 1809
veroorzaakten ernstige economische en so
ciale malaise waardoor ook het bevolkings
aantal van de stad sterk terugliep.
De Waalse kerk was vervallen tot een ruï
ne.
Bovengenoemde in het stadsarchief van
Vlissingen aanwezige verklaring werd enige
maanden na de gedwongen aftocht uit
Flessingue op verzoek van 'het consistorie
der Waalsche Gemeente binnen deze Stad'
opgemaakt. De schade aan het kerkge
bouw werd in 1810 geschat op 30.000
Franse francs. Daarbij diende de later door
de Fransen aangebrachte schade te worden
opgeteld. Terwijl alle kerkgenootschappen
een vergoeding ontvingen voor de in 1809
ontstane schade ontving de Waalse
Gemeente nul op rekest van het toenmali
ge Franse bewind.
Of het opstellen van de verklaring nog
positieve gevolgen heeft gehad is mij niet
bekend maar het vaste voornemen van de
Waalse Gemeente om de kerk na de aftocht
der Fransen weer op te bouwen kon
wegens gebrek aan financiële middelen niet
doorgaan.
De erediensten vonden in het vervolg op
nieuw plaats in de Engelse kerk aan de
Oude Markt gevestigd in het afgescheiden
noordertransept van de St. Jacobskerk tot
dat de Franstalige gemeente door Koning
Willem 1 in 1823 werd opgeheven. Door
verzet van de Waalse Gemeente en door fi
nanciële perikelen liep de uitvoering van dit
Koninklijk Besluit vertraging op zodat de
koning in 1825 zijn bevel moest herhalen.
Daarna is de Waalse kerk van Vlissingen
opgegaan in de Nederduitsch Hervormde
gemeente met inbegrip van de financiële
verplichtingen en overdracht van religieuze
voorwerpen zoals de avondmaalbekers.
Een commissie van de Nederlandsch Her
vormde Gemeente stelde op 15 augustus
1825 de laatste rekening op.
April 2008
27