laars vervolgens met lood bekleed.
Tegenover het portaal, aan de korte noord
oostelijke zijde van het schip, stond de
preekstoel op een stenen pedestal (voet
stuk). De kanselhemel was met houten pa
nelen afgetimmerd. Het geheel was gede
coreerd met groen laken. Uiteraard was de
preekstoel voorzien van een kansellezenaar
met daarop gelegen de zware foliobijbel.
Aan die zijde van de kerk waren ook de
psalmborden bevestigd.
'Voor de Predickstoel staat een Tuyn oft
Heck en daarteegen staat de sitplaats van
den voorleeser oft Sanger, en op de Galij
van den Tuyn sijn lessenaer, om den bijbel
op te kunnen leggen'.
Voor de kansel was de omsloten (doop)
tuin gesitueerd waar de lezenaar en de zit
plaats van de voorlezer of voorzanger
stond. Het is mogelijk dat zich daar ook het
doopvont of doopbekken bevond, hoewel
Brasser daar niet over spreekt.
De koperen kansellezenaar van de Waalse
kerk kan men nu nog bewonderen in de St.
Jacobskerk te Vlissingen. In reliëf is het
symbool van de Waalse kerk afgebeeld;
een zich in de borst pikkende pelikaan die
zijn drie jongen voedt met eigen bloed. Een
soortgelijke eikenhouten lezenaar bevindt
zich waarschijnlijk nog in de opslagdepots
van het Zeeuws Maritiem muZEEum te
Reconstructie van de
Waalse kerk.
(tekening Kees
Steutel)
Vlissingen. De afgebeelde pelikaan staat
symbool voor Christus die zijn eigen bloed
voor de mensheid gegeven heeft. Overi
gens wordt de toepassing van deze peli
kaansymboliek soms ook door andere
kerkgenootschappen gebruikt.
Omstreeks 1750 en wellicht ook in de
daaraan voorafgaande periode waren de
zitplaatsen in de kerk in hoofdlijnen als
volgt verdeeld.
Aan de rechterzijde van de preekstoel was
de zitbank van de leden van het kerkbe
stuur geplaatst en aan de linkerzijde de
bank voor de ouderlingen. Voor de vrouwen
waren er afzonderlijke zitbanken in het
midden van het schip, terwijl zich daar ook
zitplaatsen en stoelen bevonden waarvoor
betaald moest worden. Tegen de muren
stonden overhuifde, besloten bochten
(kerkbanken) bestemd voor voorname
en/of rijke families zoals we dat ook uit an
dere protestantse kerkinterieurs kennen.
Uiteraard weerspiegelde de inrichting van
de kerk ook de toenmalige standenmaat
schappij.
Terugkijkend naar de achttiende eeuw ver
schijnt een beeld van houten kerkbanken en
stoelen waarop mannen met bepoederde en
gepommadeerde pruiken en vrouwen met
hoofdbedekking plaats hebben genomen.
April 2008
29