Analyse van de rekening Kerkelijke rekeningen zijn bronnen die wei nig door (amateur) historici worden ge raadpleegd. In Vlissingen zijn deze rekenin gen echter van eminent belang omdat het stadsarchief in 1809 grotendeels in vlam men opging. Hierdoor gingen belangrijke series als stadsresoluties en stadsrekenin gen verloren. Het rekeningjaar liep van 1 mei 1616 tot 30 april 1617 van het jaar daaropvolgend. De indeling van de rekening was een vast jaarlijks terugkerend patroon. Een regel maat die onze voorouders moeiteloos een paar eeuwen konden volhouden. in de aanhef vertellen de kerkmeesters dat ze de rekening presenteren aan het stads bestuur van Vlissingen: Rekeninge bewgs ende reliqua die mits de- sen sgn doende ende presenterende aen u eerwaarde heeren burgemeesters ende schepenen der stadt Vlissinghen ofte hare gecommitteerde d'eersamen Dauid Tadts, Jan Veron, Geeraert de Meue ende Pieter Jasperssen als kerkmeesters deser kerc- ken... Op 11 oktober 1617 werd de rekening 'ge- mentioneert ten overstaene van d' heer Geleijn Adriaansen Boerss, burgemeester ende Cornelis Leijnsen, schepen; mitsgae- ders mr. Joos van Laren d' Oude, minister binnen deser stede den XI octobris 1617'. 'Gementioneert' wil zeggen: voorgelezen, zodat iedereen er kennis van kon nemen. Afhoren werd dit ook wel genoemd. Uiteindelijk tekenden ook nog de predikant Jacobus Hondius en de stadssecretaris Pieter van Hecke. De invloed van de ma gistraat op een kerkbestuur in de Republiek en dus ook in Vlissingen was groot. Vaak zijn kerkenraadsleden terug te vinden als schepen, raad of burgemeester. Bij de ver kiezing van een predikant had zelfs een af gevaardigde van de magistraat een stem in het kapittel. Bij de geruchtmakende zaak van het ontslag van de predikant Abraham van der Mijlen begin zeventiende eeuw had de magistraat grote invloed op deze beslis sing. Hieronder de rekening van het jaar 1616/1617. De posten voor ontvangsten en uitgaven zijn verkort, waar nodig uitge legd en in hedendaags Nederlands weerge geven. Het onderdeel van de restauratie van de toren is in getranscribeerde vorm opgenomen, met enkele weglatingen om de duidelijkheid te verbeteren. ONTVANGSTEN Restanten van eerdere jaren; bijvoorbeeld huur van aan de kerk behorende huizen, pakhuizen etc. Veelal panden die aan de toren en kerk zijn gebouwd Renten Grondchijnsen; soort erfpacht in eigen dom bij de kerk Begraven personen in de kerk; onderver deeld in groote en cleyne lycken Begraven personen buiten de kerkhof muur: 52 lijken Begraven personen binnen de kerkhof muur: 121 lijken Obligaties uitgegeven voor de reparatie van toren en de galerij. Het rentepercen tage bedroeg de 'penning 15', dus 6,6% per jaar. Geen onaanzienlijke rente. In to taal werd er voor een bedrag van 335 ponden Vlaams geleend. Verkopen van hout en stengen UITGAVEN Meer uitgegeven dan ontvangen vorig jaar Voor de predikanten; reis- en verblijfs kosten voor de vergaderingen van de Classis, het waarnemen van vacante ge meenten, wijn en kaarsen voor de predi kanten. De salarissen van de predikanten werden betaald door de Staten van Zeeland uit het fonds van de zogenaamde Geestelijke goederen. Luiden van de klok door de koster Handhaven van de orde tijdens de kerk diensten door de 'Kinderstiller' Riemen voor de klok 4 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2008 | | pagina 6