Het bankgebouw in de Wilhelminstraat, hoek
Nieuwstraat, ca. 1930.
(Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen)
effecten belenen ('prolongatie') en derge
lijke.
Het vertrek van Clemens Wibaut en zijn ge
zin uit Vlissingen voltrok zich min of meer
op dezelfde manier als dat van de weduwe
van zijn broer Frans. Clemens' vrouw,
Nathalie Haffmans, was afkomstig uit
Helden in Noord-Limburg en heel wat
strenger rooms-katholiek dan de Wibauts.
Toen hun enige kind, Oscar (1891) aan de
middelbare school toe was, werd hij dan
ook ondergebracht in een internaat van de
Jezuïeten in Katwijk. Aan het begin van
1906 volgden Clemens en zijn vrouw hun
zoon en gingen in Den Haag wonen. De
bankzaken in Vlissingen werden voortgezet
door L.C. Stevens (1862), tot dan toe
boekhouder van de Wibauts, en H.J.M. van
Raalte, de tweelingbroer van G.R.E. van
Raalte die de kolenhandel overgenomen
had. Aan het eind van 1906 werd de firma
omgezet in de commanditaire vennoot
schap C.R.C. Wibaut Co, waarin ook
Scheldedirecteur Jos. van Raalte deelge
noot was. Van Raalte sr. en Clemens Wi
baut werden stille vennoten, Stevens en
Van Raalte jr. werden als beherende venno
ten aansprakelijk voor het geheel. Per 1 ja
nuari 1917 werd de bank overgenomen
door de Nationale Bankvereniging.
De bank van Clemens Wibaut huisde vanaf
het begin van de jaren 1890 in een nieuw
kantoor aan de Peperdijk en vanaf 1912 in
een nieuw gebouwd pand aan de Nieuw
straat 63, op de hoek met de Wilhelmina-
straat. Het voor die tijd moderne bankge
bouw was ontworpen door de Rotterdamse
architect J.P. Stok. Er was, volgens de
Vlissingsche Courant, een 'ruime vestibule,
waar het publiek voor de verschillende lo
ketten kan bediend worden', de 'kantoorlo
kalen' stonden door middel van huistele
foons met elkaar in verbinding en het
gebouw werd elektrisch verlicht en centraal
verwarmd. 'De safe is ingemetseld in een
muur van 71 cm dikte, van binnen is een
constructie van gewapend beton aange
bracht.' De door Lips geleverde kluisdeur
van de 'safe deposit inrichting' was gega
randeerd bestand tegen brand en inbraak,
terwijl er ook een alarmsysteem functio
neerde. Evenals het pand aan de Peperdijk,
werd dit monumentale pand aan de Nieuw
straat later gesloopt. Clemens Wibaut over
leed in 1926, zijn kinderen hadden geen
bemoeienis meer met de bank.
Wethouder Wibaut
De jongste twee kinderen van F. Wibaut sr.
bleven evenmin in Vlissingen als de twee
oudsten uit het gezin. Mary Wibaut (1862-
1939) trouwde met een broer van de vrouw
van Clemens Wibaut, Oscar Haffmans en
woonde sindsdien in het Limburgse Helden.
De broers Johan (1857) en Florentinus
Marinus Wibaut (1859) gingen in 1871 sa
men naar het bisschoppelijk gymnasium te
Rolduc bij Kerkrade. Johan werd er ziek en
overleed het jaar daarop in Vlissingen, 25
jaar oud. Floor maakte 'Rolduc' niet af en
ging naar de openbare handelsschool in
Amsterdam. In die stad leerde hij het soci
alisme kennen en nam hij afstand van het
rooms-katholicisme. Vanaf 1877 woonde
hij in Middelburg en werkte er op het kan
toor van de houthandel G. Alberts Lzn. en
Co. waarvan zijn vader vennoot was. In
1883 trad Floor jr. zelf als vennoot toe tot
de houthandel annex stoomhoutzagerij. Na
verloop van tijd kreeg hij de leiding over
het handelsgedeelte van het bedrijf.
Floor Wibaut jr. raakte steeds meer betrok
ken bij de landelijke politiek en verhuisde
daarom in 1904 naar Amsterdam. Mede
omdat hij geen goede opvolger kon vinden,
8
Den Spiegel