Scheepswrak, Herman Goetheer tekening, 46x28 cm (1967) de scheepswerf, ook van de sanerende af braak in de binnenstad. Zijn stijl en kleur gebruik treffen uitstekend de desolate sfeer van de roestige werf en van de bouwvallen in Vlissingen. Vanaf 1967 komt er een om slag. Zijn verbeelding inspireert Herman Goetheer naar meer abstract. Schil deren is emotie. Ik ga als ik schilder uit van een dominante kern met daar omheen zwe vende vlakken die een raakvlak moeten hebben met die kern. Rust en spanning roepen emotie op, maken ook gelukkig...' In abstracte vormen, in vlakken en kleuren kan Goetheer zijn emotie kwijt. In het over zicht van zijn tentoonstellingen met citaten van kunstcritici is dat goed te volgen. Maar eerst kent Goetheer een figuratieve perio de. De drie tekeningen van Vlissingen in het Gemeentearchief zijn allerminst ab stract. Ze dateren uit Goetheers beginperi ode, evenals de vier tekeningen uit de col lectie van de kunstenaar die in deze Spiegel zijn afgebeeld. De BKR De Beeldende Kunstenaarsregeling is een regeling van het ministerie van sociale za ken en wordt uitgevoerd door burgemeester en wethouders van een gemeente. Niet het artistieke maar het sociale staat bij de re geling voorop. Door de BKR worden jonge kunstenaars met een beroepsopleiding fi nancieel onafhankelijk. Dat lijkt een goede zaak, maar het financiële aspect verdringt maar al te vaak het artistieke. Voor menig jong kunstenaar wordt de contraprestatie regeling een valkuil die creativiteit doodt. Om in aanmerking te komen voor een BKR-uitkering moet een tegenprestatie ge leverd worden. Een tot de regeling toegela ten kunstenaar moet per periode werk inle veren. Dat werk wordt gewikt en gewogen door een commissie. Zo wordt op 1 febru ari 1962 door de gemeentelijke dienst van sociale zaken te Vlissingen voor de uitvoe ring van de BKR een plaatselijke commis sie sociale kunstopdrachten ingesteld. Hierin hebben onder andere zitting de kun stenaars L. Messer-Heybroek (Vlissingen), L. Heijmans (Middelburg), J.C.J. van Scha- gen (Domburg) en de directeur van het Zeeuws Museum P.K. van Daalen. Als Her man Goetheer eind jaren zestig toegelaten wordt tot de BKR krijgt hij te maken met L. Messer-Heybroek, A. Minderhout, F. Rij ken en P.K. van Daalen. De commissie so ciale kunstopdrachten hangt ook een prijs kaartje aan het ingezonden kunstwerk. Na het advies besluiten B en W om wel of niet tot aankoop over te gaan. Bij aankoop gaan een aantal kunstwerken direct naar de landelijke overheid, die een niet onaanzienlijk deel van de kosten be taalt. De rest blijft bij de gemeente, wordt opgehangen in openbare gebouwen of ver dwijnt in de kelder of een andere stoffige opbergplaats. Daar ligt de oogst van de contraprestatie regeling om vergeten te worden. Dat is voor Herman Goetheer niet te verteren, want kunst hoort niet in een kelder. Kunst moet bekeken worden. Ook de 'hoge heren' van de commissie zijn een doorn in zijn oog. Zijn werk wordt ge wogen en goed of te licht bevonden door 12 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2008 | | pagina 14