De laatste driejaar van het bestaan van de fir ma Wibaut fungeerde het pand Bellamypark 22 als winkel in kachels en toebehoren, 'Het warmetecentrum'. (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen; Foto Dert) ne man waren opgekomen. De firma ver huisde in 1908 van de Dokkade naar de Peperdijk en in 1934 naar Bellamypark 22 en had magazijnen aan onder andere de Koningsweg. Garagebedrijf 'De Baljuw' aan de Coosje Buskenstraat maakte deel uit van de Firma Wibaut Zoon. In 1931 raakte de kolenhandel, waarschijn lijk onder invloed van de economische cri sis, haar zelfstandigheid kwijt: de NV trad toe tot de Steenkolen Handels-Vereeniging. De SHV was een consortium van de groot ste kolenhandelaren van Nederland dat het monopolie had op de import van kolen van het Duitse syndicaat Ruhrkolen AG. Boven dien had de SHV afspraken met Staats mijnen zodat zij in feite samen met de staat een kartel vormde, de 'Kolenconventie'. Na het overlijden van G.R.E. van Raalte in 1933 werd W.M. van Aller (1896) directeur van de steenkolenhandel F. Wibaut Zoon BV. De groot- en kleinhandel in kolen be stond onder leiding van Aller nog tot 1972, toen het eind van het kolentijdperk zich be gon aan te kondigen. Het prachtige pand aan het Bellamypark nr. 22 waar de firma, nu 'NV Wibaut Zoon' kantoor hield, was onder de Vlissingse bevolking een begrip. 'We stonden er als kinderen te kijken naar de klok die je achter één van de ramen kon zien,' aldus een inwoner van de stad. 'Die klok was helemaal ingebouwd in antraciet. Tussen die antraciet zag je de wijzerplaat.' De laatste drie jaar van het bestaan van de firma Wibaut fungeerde het pand als winkel in kachels en toebehoren, 'Het warmtecen- trum'. De bank van Wibaut Ook de oudste zoon van F. Wibaut sr., Clemens Wibaut (1853) was op en top een handelsman. Aan de Peperdijk begon hij in 1878 zelfstandig als commissionair in ef fecten, wat hem volgens de aanslagen voor de gemeentebelasting een jaarinkomen van f 900,opleverde. Het jaar daarop ver meldde de gemeentelijke administratie hem als 'kassier'. Zes jaar later was zijn in komen gestegen tot f 2.450,en in 1890 bedroeg het f 3.600,terwijl het in 1895 rond de f 5.000,en in 1900 f 7.500, bedroeg. In 1905 was kassier Clemens Wibaut met een jaarinkomen van ruim f 9.000,opgeklommen tot de groep van tien rijkste Vlissingers. Clemens Wibaut was niet alleen bankhou der. Hij had net als zijn broers en zussen aandelen geërfd in de NV Houthandel Alberts te Middelburg en na het overlijden van broer Frans werd hij in diens plaats tot commissaris van De Schelde gekozen. In hetzelfde jaar, 1903, richtte Clemens met een tiental andere Walcherse zakenlieden de NV 'Stoomtram Walcheren' op. Hij moet daarnaast nog bij diverse andere onderne mingen betrokken zijn geweest en was bo vendien vice-consul van Oostenrijk-Honga- rije. De bank van Clemens Wibaut kwam niet voor in de lijst van particuliere spaarban ken met meer dan f 100.000,aan inleg- kapitaal die in 1886 in De Economist ge publiceerd werd. Dat kwam waarschijnlijk omdat het meer een handelsbank dan een spaarbank was. Advertenties van de bank, die we vooral kennen van na de eeuwwis seling, geven aan dat Wibaut nog steeds commissionair in effecten was en dat men bij hem niet alleen een rekening kon ope nen, maar ook hypotheken afsluiten, zich verzekeren, vreemde geldsoorten wisselen, Juli 2008 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2008 | | pagina 9