Het borstbeeld anno 2008. Foto: Dick Schinkel.
wijd aan het negentiende eeuwse kinder
boek, de eeuw waarin de kinderliteratuur
zich ontwikkelde tot een volwassen tak van
het boekenbedrijf. Belangrijke auteurs wa
ren J.P. Heije (De zilvervloot, Zie de maan
schijnt door de bomen), J.J.A. Goeverneur,
die met name bekend werd door zijn be
werkingen van buitenlandse klassiekers, en
de onderwijzer-schrijvers Anslijn, Andries-
sen, Gerdes, Stamperius en Been. Ook
Pieter Louwerse past in dit rijtje. In het boek
wordt uitgebreid aandacht besteed aan zijn
geschiedverhalen, tijdschriften en avontu
renboeken, maar ook aan zijn poppenboek,
verjaardagsalbum, ABC-boekje A.B.CDe
poes gaat mee. De hond blijft thuis. Piep,
zei de muis in 't vóórhuis!) en uitspannings-
boek voor jongens en meisjes, een boek
met knutselopdrachten, raadsels en rebus
sen en bewegingsspelen. De schrijvers gun
nen Louwerse een ereplaats tussen Heije,
Goeverneur en Andriessen.
Van Brave Hendrik naar Pietje Bell
'Er is onder zijn oeuvre heel wat te vinden,
dat klassiek dient te worden', schreef Daal
der in 1950.17 Maar Daalder bleek de uit
zondering op de regel. De vaderlandsliefde
die uit de boeken van Louwerse druipt,
deed hem in de twintigste eeuw snel in on
genade vallen. In onderwijskringen ont
stonden ook andere bezwaren. Dit had te
maken met gewijzigde inzichten in de kin
derpsychologie, die doorwerkten in de be
oordeling van kinderliteratuur. Grofweg
kwamen twee benaderingen tegenover el
kaar te staan: de pedagogische benadering
en de esthetische benadering. De pedago
gische benadering is gericht op het over
dragen van kennis en opvoeding ('wat het
kind moet worden'), de esthetische bena
dering zoekt aansluiting bij de behoeften
van het kind ('wat het kind is'). De estheti
sche benadering vormde de basis voor de
reformbeweging Vom-Kinde-aus, het Mon-
tessori-onderwijs en de Kunsterziehungs-
bewegung.,a De boeken van Louwerse
verdwenen uit de scholen. In de kinder
literatuur ging een andere wind waaien. De
eeuw van de Brave Hendrik, een titel van
Anslijn die tot 1877 werd herdrukt, was de
finitief afgesloten. De kinderboeken uit de
twintigste eeuw volgden de lijn die C.Joh.
Kievit had ingezet met Clit het leven van
Dik Trom (1891): kwajongensverhalen, zo
als Pietje Bell en Kruimeltje van Chr. van
Abkoude, Kees de Jongen van Theo Thijssen
en Ciske de Rat van Piet Bakker. Deze titels
uit het begin van de twintigste eeuw hebben
8
Den Spiegel