Daarnaast maakte hij bewerkingen van
klassiekers uit de wereldliteratuur, onder
andere Robinson Crusoë, Bloemlezing uit
Duizend en een Nacht en Don Quichot, en
was hij actief als redacteur van tijdschriften
voor de jeugd. Het blad Voor 't Jonge
Volkjeopgericht door P.J. Andriessen,
kwam in 1880 onder zijn leiding te staan.
Later startte Louwerse Voor de Kinder
kamer, een tijdschrift voor de allerjongsten
en De Kinderwereld voor de tussenliggen
de leeftijdsgroep. Zeker na het gedwongen
einde van zijn onderwijzersloopbaan moet
hij in dit contact met de kinderen een com
pensatie hebben, gevonden. In 1884 ont
ving hij de D.A.Thieme-prijs voor zijn ver
diensten voor het Nederlandse boek.
Gerrit Komrij selecteerde Naar de Ommer-
schans en Meikeuertjes voor zijn bloemle
zing van de Nederlandse poëzie.5 Meer dan
zeventig van zijn teksten zijn op muziek ge
zet. De bekendste liederen zijn Mijn Neder
land (beginregel: 'Waar de blanke top der
duinen') en De Herder (beginregel: 'Op de
grote stille heide') met muziek van respec
tievelijk Richard Hol en Johannes Worp.
Andere toondichters van zijn werk waren
Eildert Drenth en Karei Hamm. Daarnaast
maakte Johannes Worp van zijn teksten ge
bruik in het boekje Veertig tweestemmige
liedjes voor school en huis.
Geest en leven
Wat verklaarde het succes van Louwerse?
D.L. Daalder, schrijver van Wormcruyt met
sugker (1950), het eerste overzichtswerk
van de Nederlandse kinderliteratuur, prees
de vlotte stijl, evenwichtige compositie en
de gevoeligheid van zijn psychologie in zijn
historische verhalen.6 Daarnaast wist Lou
werse met het rijk geïllustreerde jeugdblad
Voor 't Jonge Volkje een band op te bouwen
met z'n lezers. Daalder kende dit uit eigen
ervaring:
'Ik herinner mij geen enkele gebeurtenis
uit mijn kinderjaren die een zo regel
matig weerkerende vreugde veroorzaak
te als de ontvangst van dit maandblad.
Ik heb het gelezen van de eerste tot de
laatste regel ik heb hem [Louwerse]
mijn kinderlijke brieven geschreven, die
in de brievenbus altijd even vriendelijk
werden beantwoord en een enkele keer
zelfs particulier. ik heb de man als
een tweede vader aangehangen, jaren
lang.' 7
Op godsdienstig gebied nam Louwerse be
wust strikte neutraliteit in acht. Zelf formu
leerde hij het als volgt:
'Een uitsluitend Protestantsch beginsel
voor op te zetten zou Voor 't jonge Volkje
alleen in handen van geestverwanten
brengen en, laat ik het gerust zeggen, ik
houd te veel van Roomsche en
Israëlitische kinderen ook om dezen van
mij af te stoten.' 8
Hoewel zijn populariteit tot grote hoogten
steeg, was niet iedereen te spreken over de
kwaliteit van zijn boeken. Tijdens zijn leven
waren er al enkele criticasters. J.W. Ger
hard laakte zijn royalisme en zijn eenzijdig
accent op de 'histoire batailie'.
'Voor Louwerse bestaat de geschiedenis
slechts uit 'n verheerlijking van 't Oranje
huis en wat daarmee samenhangt:
veldslagen, zeeslagen, generaals en ad
miraals. Hij is de oppervlakkigste veel
schrijver dien we hebben. [Zijn ge
schiedverhalen] bederven den goeden
smaak en verduisteren het beeld der ge
schiedenis. Hoe eerder ze voor goed uit
school en huis gebannen worden, hoe
beter.'9
De letterkundige P.J. Meertens gaf Gerhard
gedeeltelijk gelijk, maar bleef het werk van
Louwerse van waarde vinden om de histo
rische kennis mee te verrijken en wegens
de opvoedende kracht die ervan uit zou
gaan. Hij herinnerde zich dat in zijn jongens
jaren de jaargangen van Voor 't Jonge Volkje
en de verhalen van Louwerse en Stampe-
rius altijd het eerst uitgeleend waren in de
schoolbibliotheek. Wel sprak Meertens van
een 'haast hinderlijke objectiviteit', terwijl
6
Den Spiegel