De proeflcolonie zaak van korte adem is: we willen best een keer geven, maar daarna moet het ook klaar zijn. Bovendien is de Maatschappij gaan doen aan wat wij tegenwoordig schaalvergroting noemen. Als er zo'n 400 kleine hoeves gerealiseerd zijn, bouwt zij grote gestichten, eerst op een verlaten vesting bij Ommen, de Ommerschans, daarna drie grote 'etablissementen' te Veenhuizen. Bestemd voor bedelaars en weeskinderen, en vooral de massale op vang van wezen in het verre Drenthe valt slecht bij de bevolking. Vijfentwintig jaar na het begin, in 1843, zijn er nog 32 Vlissin- gers die elke week een stuiver voor het goede doel opzij leggen. De in de koloniën geplaatste Vlissingse ge zinnen hebben niet zo'n last van het weg vallen van de achterban. Lorentz Latour laat zich later als kolonist opvolgen door zijn zoon Franciscus en die mag in 1864 de koloniale hoeve verruilen voor een grote boerderij van de Maatschappij. Na de dood van Catharina Jans Glas in 1834 zet haar echtgenoot Willem Perrijn het koloniale be staan voort. Jan Joseph Richmond, een zoon van Catharina Jans Glas, trouwt met Boekomslag een kolonistendochter uit Zaandam en wordt zelf kolonist. Hij en zijn echtgenote overlijden in 1894 op de kolonie, in een van de eerste bejaardenvoorzieningen van ons land, Rustoord. Een sociale instelling is de Maatschappij zeker en dat verklaart ook de neiging van de gezinnen om nooit meer naar Vlissingen terug te keren en voor altijd te blijven. De kolonie is een plek waar je kinderen goed onderwijs krijgen, qua invoering van de leerplicht liep de Maatschappij van Wel dadigheid een eeuw voor op de rest van Nederland. Ook een plek waar de gezond heidszorg relatief goed is en het belangrijk ste: een plek waar kolonisten kunnen reke nen op een gegarandeerde verstrekking van werk en eten. Die zekerheid van be staan was tijdens de negentiende eeuw in de rest van de maatschappij nergens te krijgen. Wil Schackmann is schrijver van het boek De proefko- lorxie, vlijt, vaderlijke tucht en het weldadig karakter on zer natie (CJitgeverij Mouria, 2006) over de begindagen van de Maatschappij van Weldadigheid. Net als het boek is ook dit artikel gebaseerd op het archief van de Maatschappij van Weldadigheid dat bij het Drents Archief berust onder toegangsnummer 0186. Voor namelijk is gebruikt de ingekomen post van de Perma nente Commissie, de inventarisnummers 48 tot en met 73. Het genoemde contract bevindt zich in inv.nr. 1393, de jaarrekeningen en contribuantenlijsten van Vlis singen komen uit inv.nr. 1110 en tenslotte komt infor matie uit de bevolkingsregisters of 'stamboeken' van de vrije koloniën, de inv.nrs.1346 tot en met 1366. Voor meer informatie: er is een museum gewijd aan de landbouwkoloniën, de Koloniehof te Frederiksoord, en in één van de oorspronkelijke gestichten te Veenhuizen is heden ten dage het Gevangenismuseum Veenhuizen gevestigd. Informatieve internetadressen: - www.drentsarchief.nl - www.mvwfrederiksoord.nl - www.dekoloniehof.nl - www.deproefkolonie.nl Ook in het gemeentearchief Vlissingen kan onderzoek naar de Maatschappij en Vlissingse kolonisten gedaan worden, onder andere in het archief van de Subcom missie voor de Maatschappij van Weldadigheid (1818- 1852). VLIJT, VADERLIJKE TUCHT EN HET WELDADIG KARAKTER SC. ONZER NATIE 'Een prachtig boek overeen ontzettend interessant onderwerp.' jeltjevan nieüwenhoven 8 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2009 | | pagina 10