equipage bestond uit 48 man, comman dant was luitenant-ter-zee le klas M.J. Ver loop. Wanneer we de twee schepen met elkaar vergelijken dan was het David tegen Goliath. Achtervolging Terwijl de Z8 nog in de sluis lag, passeerde de Italiaan Vlissingen. Na ongeveer vijf mi nuten werd de sluisdeur geopend en kon de Z8 de achtervolging inzetten. Het werd me nens, de snelheid werd opgevoerd tot ruim 20 mijl per uur en het radiostation werd be mand. Verder werd een tweetal internatio naal bekende seinen gehesen met de bete kenis: stop, draai bij en kom naderbij, ik heb belangrijke mededelingen. Om 10.35 uur werd aan boord een tele gram ontvangen van de vice-admiraal te Middelburg, Commandant van de Schelde- monden. Daarin stond dat de officier van piket namens hem toestemming mocht ge ven tot doorvaren als de commandant van de Francesco Ferrucio daarom vroeg. Vijf minuten later was de Z8 dwars van de Italiaan en vroeg met herhaaldelijk gebruik van de stoomfluit om attentie. Hierop hees de Francesco Ferrucio het contrasein en stopte. Op de Z8 werd de jol gestreken, die de officier van piket, luitenant-ter-zee 2e klas J. Varkevisser, naar het Italiaanse schip bracht. Daar had men de stuurboord valreep gestreken en stond een officier klaar om de officier van piket naar de com mandant te brengen. Die kreeg te horen, dat een oorlogsschip uitsluitend met toestemming van de Nederlandse regering de Westerschelde mocht opvaren. Kapitein Cantü toonde daarop een gedrukt Belgisch reglement waarin stond, dat oorlogsschepen, die de Westerschelde binnenvaren toestemming nodig hadden van de Inspecteur van het Belgische Loodswezen in Vlissingen. Hij had die toestemming gevraagd, gekregen en zich verder volgens ontvangen orders gedragen. Luitenant Varkevisser antwoordde, dat die toestemming alleen van toepassing was op Belgische wateren, de Francesco Ferrucio bevond zich echter op het Nederlandse deel van de Westerschelde. Hij voegde er aan Januari 2009 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2009 | | pagina 15