Jons Viruly - Een boekbespreking
Jan Hintzen
VLEUGELS AAN HET WOORD GEGEVEN
WIM ADRIAANSEN
APRILIS
Boekvoorzijde
In 2006 mocht ik voor het tijdschrift De
Aero-Philatelist de piloot Jons Viruly en zijn
betekenis voor de luchtvaart summier be
schrijven. Dat dit artikel erg beknopt bleef,
blijkt nu. Wim Adriaansen heeft in het boek
Jons Viruly, 1905-1986, vlieger en schrijver
een monument opgericht. Het boek van
368 pagina's met vele illustraties, is het re
sultaat van een uitgebreide studie, wat
blijkt uit de 574 noten. Deze geven van
blad tot blad het bronnenmateriaal weer.
Daardoor wordt deze biografie een naslag
werk, waarvan de inhoud bij veel lezers een
goed gevoel van herkenning zal geven.
Zeker op Walcheren.
Want een beetje Zeeuws is Viruly zeker. Als
zoon van de burgemeester van Westkapelle
vond hij rond de Eerste Wereldoorlog zijn
jongensgeluk op Walcheren. Hij fietste 's
morgens naar het gymnasium in Middel
burg. 's Middags had hij minder haast en
ging hij vaak met een omweg via Vlissingen
terug naar Westkapelle. Want daar in
Vlissingen kon hij wat van de wereld zien en
kon hij dromen over verre reizen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was daar
op een vliegweitje de bewaarplaats van de
in het neutrale Nederland neergestorte of
neergedwarrelde vliegtuigen. Ze kwamen
uit Duitsland, Engeland of Frankrijk en
moesten op zicht hun weg naar de slagvel
den in Vlaanderen vinden om te bombarde
ren. In die tijd betekende dat een raampje
open doen en de bommetjes naar beneden
laten vallen. Maar de vliegers verdwaalden
boven Zeeland en lieten soms daar hun
bommetjes los. Sluis, Goes en Zierikzee
werden zo de eerste Nederlandse gebom
bardeerde steden. Maar vaker verongeluk
ten de vliegtuigen zelf bij een noodlanding
omdat de brandstof opraakte. En Vlis
singen werd de opslagplaats, soms alleen
van wat schroot, maar veelal van nog her
kenbare vliegtuigen. De jonge Viruly be
wonderde die overblijfselen.
Maar er was nog meer te beleven voor
Jons. In Vlissingen kon je aan de havenka
de dromen over de wijde wereld, bereikbaar
met de mailboten van de Stoomvaart
Maatschappij Zeeland.
Een beetje Zeeuw is Viruly dus toch wel.
Ook omdat hij in de jaren dertig als KLM-
vlieger na een lange lndiëreis nog een
vluchtje moest maken op de Zeeuwse
luchtboemel, die van Amsterdam via Rot
terdam, Haamstede en Vlissingen naar
Knocke en Oostende vloog. Want in
Knocke en Oostende stonden de casino's.
En deze gokpaleizen, in het calvinistische
Nederland in de ban gedaan, lokten de
Hollanders. De Zeeuwse Luchtlijn werd
daarom wel goklijn genoemd. Viruly ge
bruikte de luchtboemel voor een ommetje
om Westkapelle en zijn gelukkige jeugd te
begroeten vanuit de lucht.
Adriaansen zegt hierover, 'Mag Jons Viruly
onder de Zeeuwen worden gerekend?
18
Den Spiegel