Het gebroken stoomschip Comitas
voor de Ritthemse zeedijk
(Collectie Cor Heijkoop)
De hele dorpsgemeenschap raakte in
de ban van het wrak en onder de lei
ding van Daniëlse ging men aan de slag.
Gemeentewerklieden haalden bij laag water
zoveel mogelijk inventaris uit het wrak en
verzamelden dat in het dorp. Later volgde
een openbare verkoping, waarbij vele arti
kelen hun weg vonden naar onder andere
de zeevaartschool in Vlissingen. De bur
gemeester schreef later in zijn memoires
dat de stranding en vooral de bestuurlijke
afwikkeling veel energie vergde van het
kleine dorpsbestuur.
Aan de bemoeienissen met het wrak kwam
in de meidagen van 1940 abrupt een
einde. De Duitse bezetter nam bezit van
de dijk en niemand mocht daar meer ko
men, uitgezonderd Daniëlse, als zijnde Herr
Burgemeister. Hij liep daar in de loop van
de zomer en herfst van 1940 zelfs met zijn
fototoestel in de hand en de bezetter legde
hem geen strobreed in de weg. De burge
meester fotografeerde zwemmende solda
ten bij het scheepswrak van de Comitas,
de Duitse invasievloot voor Engeland en
de stranding van een tweetal schepen van
de Duitse invasievloot. De laatste waren
tijdens een zeer zware storm in november
1940 van hun ankers geslagen en vastge
lopen voor de dijk.
In 1941 was het ook voor Daniëlse afge
lopen met fotograferen. De bezetter duldde
niet langer dat hij met een fototoestel rond
liep. De Duitse angst voor spionage was te
groot. Hij was nog wel getuige van de sloop
van de herberg de Schoone Waardin en het
wrak van de Comitas, maar kon daar geen
foto's meer van maken. De Duitsers sloop
ten het schip tot op de dubbele bodem, om
dat ze bang waren dat geheim agenten via
het wrak aan land zouden komen. Heden
ten dage zijn de resten van de Comitas bij
zeer laag water nog altijd zichtbaar.
De ondergang van de Caritas I
In de avond van nieuwjaarsdag 1947 hoor
de de opzichter van de Zuidwatering he
vig blazen ter hoogte van het voormalige
polderhuis. Vanuit zijn woonhuis zag hij
een aanvaring en we laten hem nu aan het
woord:
'Een klein schip lag dwars op de stroom
met de steven naar de dijk gericht. Een
groter schip, dat later volgens radioberich
ten de Nederlandse Jan Steen bleek te zijn,
voer in de richting Antwerpen en ramde het
kleinere schip met grote snelheid ongeveer
midscheeps. Hierna kwam het kleinere
schip meegevoerd door een felle vloed-
stroom met grote snelheid op de dijk afge
varen en strandde, nadat het nog één van
haar ankers had laten vallen, op de onder
zeese oeververdediging tussen de dijkpalen
nummer 22 en 24. Ik begaf mij onmiddel
lijk naar de plaats van de stranding en zag
dat het schip de Caritas I was, dat onder
Belgische vlag voer.
10
Den Spiegel