De postale situatie op Walcheren ten tijde
van de Engelse invasie in 1 809
Vlissïngen onder Frans bestuur
Kees de Baar
Bij het Haags Verdrag van 16 mei 1795
tussen Frankrijk en de Bataafse Republiek had
Frankrijk het recht verkregen in Vlissingen een
garnizoen te legeren. De haven zou door beide
landen worden gebruikt. In feite beheersten de
Fransen echter stad en haven. Dit leidde tot
het stationeren van Franse douanebeambten in
Vlissingen in februari 1798.
Op 5 april 1803 werd Vlissingen in staat van
beleg verklaard, als gevolg van het opnieuw
uitbreken van de oorlog tussen Frankrijk en
Engeland. Het eiland Walcheren en vooral
de stad Vlissingen waren belangrijk voor
Frankrijk. Beheersing van Walcheren bete
kende controle over de Schelde, de levens
lijn van de haven van Antwerpen.
Vlissingen werd vanaf april 1803 verde
digd door een Frans garnizoen onder be
vel van generaal Monnet. Verder was het
Franse Schelde-eskader er gestationeerd.
Vlissingen fungeerde als Franse marine
haven ter beveiliging van de Schelde en
Antwerpen.
Op het eiland Walcheren waren ook Hol
landse troepen gelegerd, vanaf juni 1809
onder bevel van generaal Bruce. Het be
trof een kleine legermacht, circa 2000
man'. Het Hollandse leger had als basis de
vestingstad Veere en verder als steunpun
ten fort Rammekens bij Ritthem en fort Ter
Haak bij Vrouwenpolder. De kern van dat
leger werd gevormd door het zogenoemde
Zeeuwse legioen, met vooral Zeeuwse sol
daten en officieren. De Zeeuwse officieren
waren afkomstig uit de gegoede Zeeuwse
burgerij. Onder anderen twee zonen van
oud-burgemeester Van Dorth van Goes wa
ren als le en 2e luitenant aan dit legeron
derdeel verbonden2.
Op 11 november 1807 werd Vlissingen af
gestaan aan Frankrijk bij het traktaat van
Fontainebleau. Zeeland maakte toen deel
uit van het in 1806 gevormde Koninkrijk
Holland. Op zondag 7 februari 1808 vond
feitelijk en officieel inlijving plaats bij
Frankrijk op grond van een dekreet van de
keizer van Frankrijk, gedateerd 27 januari
1808. Het stadsbestuur werd ontbonden en
een nieuwe, voorlopige municipaliteit werd
aangesteld. Vlissingen ging bestuurlijk deel
uitmaken van het Franse Departement de
l'Escaut, arrondissement Eecloo. Op 7 fe
bruari 1808 ook werd het Hollandse post
kantoor door de Franse prefect van het
departement opgeëist. Commies A. van
IJsseldijk diende voortaan alle ontvang
sten te verantwoorden aan het keizerrijk.
Hij werd afgekocht met een schadeloos
stelling van fl. 350,- voor het verlies van
zijn directeurschap3. Als directeur werd
de Fransman l'Heureux aangesteld. Dat
was de voormalige directeur divisionaire
van de Franse Veldpost, met standplaats
Vlissingen. L'Heureux was op 1 september
1806 bij Koninklijk Besluit aangesteld. De
Franse Veldpost werd om reden van be
zuiniging echter opgeheven per 1 januari
1808. Op 7 februari volgde zijn aanstelling
als directeur van het (Franse) postkantoor
in Vlissingen4. Van IJsseldijk bleef voorlo
pig als commies werkzaam op dat kan
toor, maar vervolgde later zijn loopbaan als
hoofdcommies op Hollandse kantoren, on
der andere te Dordrecht5. L'Heureux bleef
werkzaam op het postkantoor te Vlissingen
tot juni 18156.
Het annexeren van het postkantoor en
het integreren in het Franse postsysteem
maakte dat de brieven naar Frankrijk vol-
Juli 2009
7