in januari 1814 voor dat hij kon ontsnap pen door de opmars van het Duitse leger dat Macon naderde. Hij sloot zich aan bij een detachement van Oostenrijkse Huzaren en vertelde de commandant wie hij was. De volgende nacht verstopte hij zich bij een brug en kwam 's morgens met de comman dant aan in Bourg L'Ain, het hoofdkwartier van Generaal Graaf Bubna en prins Leopold van Saxen Coburgh, de latere koning der Belgen! Een paar dagen later arriveerde hij in Basel, Zwitserland, waar hij een oude bekende uit Den Haag ontmoette, de Chevalier de los Rios. Na Basel kwam hij acht dagen la ter aan in Nijmegen waar hij de Prins van Oranje, de latere Koning Willem I, ont moette. Korte tijd daarna reisde Thomas Dixon af naar zijn vriend Van Royen in Den Haag, die Minister van Marine was en keerde daarna terug naar Vlissingen op 18 mei 1814 waar hij weer zitting nam in het stadsbestuur. Via Baron de Vinck, die aan het Franse hof was verbonden, werd aan Thomas Dixon op 28 augustus 1814 een onderscheiding verleend als Ridder in de Orde van de Lily. Tijdens het bezoek van Koning Willem 1 be geleidde Thomas Dixon de koning bij zijn rondtocht door Vlissingen. Kort na dit be zoek vertrok Thomas Dixon naar Engeland en trok zich uit Vlissingen terug. Hij ver bleef in Londen en heeft toen alsnog bij de Admiraliteit zijn verzoek om gecompen seerd te worden voor de kosten, geraamd op 15.000,-- pounds, voor zijn verleende diensten in Vlissingen ingediend. Als extra argument verklaarde hij dat hij de Britse vloot van totale vernietiging had gered door bijtijds te waarschuwen voor het gevaar belaagd te worden door Franse branders (schepen die onbemand brandend op de vijandelijke schepen zouden varen). Wat was het geval? In 1809 vernam de vrouw van een Franse officier in Vlissingen uiterst geheime informatie dat de Franse vloot voorbereidingen had getroffen om branders klaar te maken in de Boven schelde en deze met de ebstroom af te Oktober 2009 laten varen naar de Engelse vloot, die op de Rede van Vlissingen ten anker lag. De moeder van Thomas Dixon vertelde dit aan haar zoon die direct met een sloep aan boord ging van het schip van zijn vriend Captain Cambell, die het bevel voerde over het oorlogsschip Audacious. Deze nam Thomas zonder tijd te verliezen direct mee naar de Commander-in-Chief Vice Admiraal William Otway, die bij af wezigheid van de commander Sir Richard Strachan het bevel voerde over de Britse Scheldevloot, die uit meer dan honderd schepen bestond. In een brief van 10 april 1815 meldt W. Otway dit voorval aan de Secretary of the Admiralty J.W. Croker, Esq., waarin hij benadrukt dat dankzij de inlichtingen van Thomas Dixon de Britse vloot voor een ramp was behoed en dat hij aan de Lordships voorlegt in hoeverre mr. Dixon gerechtigd is voor compensatie voor deze geleverde dien sten aan de Britse regering verleend. Thomas Dixon kreeg als antwoord, dat de Board of Admiralty niet op deze claims in kon gaan tenzij door middel van officiële documenten werd bewezen dat deze dien sten inderdaad waren verleend! Ook zijn sollicitatie naar de post van Brits consul te Antwerpen werd afgewezen. Na de Slag bij Waterloo keerde Thomas Dixon terug naar Holland en werd mede firmant van het Handelshuis Van Baggen, Parker Co., dat intensieve handelsbetrek kingen met Amerika onderhield. Een jaar later reisde hij af naar Boston (USA) om kennis te maken met het agent schap dat hun zaken regelde. Ook reisde hij verder door Amerika om zich te oriënteren op verdere uitbreiding van zijn handelsacti viteiten. Teruggekeerd in Boston ontmoette hij Mary Homer, de dochter van Benjamin Perrott Homer Esq. en trouwde haar op 26 mei 1818. Als gehuwd man keerde hij terug naar Londen, reisde vervolgens door naar Parijs waar hij een ontmoeting had met koning Lodewijk XVIII. Na Parijs vertrok Thomas Dixon met zijn- vrouw naar Vlissingen waar zijn ouders nog 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2009 | | pagina 13