Portret van F.M. Wibaut. Een voorstudie door
J; i Haas voor de te onthullen plaquette
lijn van de SDAP worden. De marxisten bin
nen de socialistische beweging accepteer
den de gelijkstelling niet en de beslissing
in 1902 werd voor de doctrinaire socialis
ten één van de redenen om zich langza
merhand van de partij af te keren. In 1909
zouden zij tenslotte, na jarenlange kritiek
vanuit de linkervleugel te hebben uitgeoe
fend, uit de SDAP verdwijnen om de SDP,
de Sociaal-Democratische Partij, te stich
ten, de voorloper van de Communistische
Partij Holland.
Wibaut was dus een gematigd socialist, een
man van de geleidelijke weg, een reformist.
Dat was voor de socialistische beweging
rond het jaar 1900 helemaal niet vanzelf
sprekend. Je had socialisme in soorten en
dat gold ook voor de prille beweging op
Walcheren. Met andere woorden: dat de
lijn van Wibaut, het reformisme, later in de
belangrijkste socialistische beweging van
Nederland de overhand zou krijgen, was in
de jaren 1890 nog volstrekt niet te voorzien
en ook helemaal niet vanzelfsprekend.
Eén van de socialistische leiders in
Middelburg was bijvoorbeeld Christiaan
Cornelissen, een marxistisch georiën
teerde onderwijzer die dacht dat de revo
lutie in Nederland niet lang meer op zich
zou laten wachten. Doordat hij tegen 1890
méér invloed kreeg, kwam het socialisme
in Zeeland verder af te staan van de plat
telandsbevolking. Ook de Vlissingse soci
alisten waren voor een harde lijn tegen de
burgerlijke elite van de natie. Ze lieten lie
ver radicale sprekers voor algemeen kies
recht komen, wat Wibaut het commentaar
ontlokte: jaja, 'zulke die grover schelden.'
Wibaut, die als heer en diplomatiek han
delsman weinig ophad met ruwe vormen,
liet liever de schrijver Frank van der Goes
optreden.
Cornelissen en de Vlissingse arbeiders
beweging ontwikkelden zich later in de
richting van het syndicalisme: zij streden
voor directe belangenbehartiging en stel
den minder belang in algemeen kiesrecht
en hervormingen van overheidswege. In
1892 vertrok Cornelissen naar Den Haag
en werd daar de rechterhand van Domela
Nieuwenhuis, de anarchist die door veel
arbeiders op het platteland van Noord-
Nederland als grote leider werd gezien,
maar die door zijn antikerkelijkheid in Zuid-
Nederland bij de zelfde categorie mensen
totaal geen kans maakte.
Vooral na de spoorwegstaking van 1903
begon Wibaut deze vrije socialisten te be
strijden. Hij vond de staking een bij voor
baat verloren strijd en zo'n risico moest het
socialisme niet nemen. Wat Wibaut vrees
de, gebeurde: de staking isoleerde de soci
alisten in Nederland. Het werd vermoedelijk
één van de redenen voor Wibaut om zich in
1904 in Amsterdam te vestigen: hij wilde
met zijn talenten de in diskrediet geraakte
socialistische beweging ondersteunen en
Amsterdam was het hart van die bewe
ging-
Bovendien kon hij in Amsterdam zijn grote
interesse in de gemeentepolitiek, hét ter
rein voor reformisten zoals hij, in de prak
tijk brengen. Socialisten die voor die taak
geschikt waren en er tijd voor over hadden,
waren er in 1904 nog heel weinig en dat
besefte Wibaut goed. Zijn verhuizing was
dus op allerlei manieren gunstig voor het
socialisme. Wibaut werd in 1907 lid van de
gemeenteraad van Amsterdam en in 1914
Oktober 2009
17